Navigatiefuncties
Alle functies worden geopend vanuit het hoofdmenu. Om
het hoofdmenu te openen, drukt u tijdens standby op de
e
middelste toets (
).
Om functies te openen, moet u menu-onderdelen selecteren
en uw keuzes maken. Een menu-onderdeel (aangegeven
door aanhalingstekens) selecteert u door met a, b, c en
d de cursor te verplaatsen en op
keuze te bevestigen.
Bij bepaalde procedures moet u op een van de
displaytoetsen (aangegeven door vierkante haakjes)
drukken. Welke functies door deze displaytoetsen worden
geactiveerd, staat aangegeven aan de linker- en
rechteronderzijde van het scherm. Druk op de betreffende
displaytoets (A of C).
Om terug te keren naar het vorige scherm, drukt u op de
rechterdisplaytoets wanneer op het scherm "Vorige" staat
aangegeven. Om het hoofdmenu te sluiten, drukt u op de
rechterdisplaytoets wanneer op het scherm "Afsluiten"
staat aangegeven.
Elk hoofdstuk in deze Gebruikershandleiding begint met
een overzicht van onderdelen die u achtereenvolgens (in
cursief aangegeven) moet selecteren voordat u de
betreffende procedure uitvoert. Nadat u een onderdeel
selecteert, verschijnt de volgende reeks onderdelen waaruit
u een keuze kunt maken. Open de onderdelen op lagere
niveaus nadat u de onderdelen in het hoofdgedeelte heeft
geopend.
Voorbeeld:
→
"Contacten"
"Telefoonboek"
"Geavanceerd"
18
Navigatiefuncties
e
te drukken om uw
→
→
[Opties]