Displaycodes
Code
Soort
Betekenis
6 A
2
3
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten na het
2 2 7
+
ontsteken van de brander.
6 C
3
Er is een ionisatiestroom gemeten, voordat de brander is
2 2 8
gestart.
6 C
3
Er is een ionisatiestroom gemeten, nadat de brander
3 0 6
gedoofd is.
6 L
2
Er is onvoldoende ionisatiestroom gemeten tijdens het
2 2 9
branden.
6 P
3
De ontstekingsunit is te lang aangestuurd.
2 6 9
7 C
3
De netspanning is tijdens een vergrendelende storing
2 3 1
onderbroken geweest.
7 H
2
Er is een kortstondige onderbreking van de netspanning
3 2 8
geweest.
7 L
3
De branderautomaat is defect.
2 6 1
7 L
2 8 0
8 Y
Het externe schakelcontact is geopend.
2 3 2
9 A
3
De KIM is te nieuw voor de branderautomaat.
2 3 5
9 A
3
De geplaatste KIM correspondeert niet met de
3 6 0
branderautomaat.
9 A
3
De geplaatste branderautomaat correspondeert niet met
3 6 1
de KIM.
9 H
3
De branderautomaat of de KIM is defect.
2 3 7
9 H
2 6 7
9 H
2 7 2
9 L
3
De contacten van het gasregelblok zijn onderbroken.
2 3 4
9 L
3
De branderautomaat of de KIM is defect.
2 3 8
Tabel 17 Storingscodes
TopLine HR 70/100 II • 6720813412 (2015/04)
Oplossing
▶ Controleer het cv-toestel op vervuiling.
▶ Controleer de gasvoordruk.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer de connectors van de ontstekingsunit.
▶ Controleer de ontsteking en de ionisatiestroom.
▶ Controleer of de ontstekingsunit op beschadiging. Vervang het onderdeel
indien nodig.
▶ Controleer de connector van de ionisatiepen.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage. Vervang het on-
derdeel indien nodig.
▶ Inspecteer het ionisatiegedeelte van de ontstekingsunit. Vervang het on-
derdeel indien nodig.
▶ Controleer of er na einde branderfase de gas-luchtverhouding gehand-
haafd blijft.
▶ Controleer of er na einde branderfase spanning op het gasregelblok blijft
staan.
▶ Controleer de werking van het toestel door de branderautomaat te vervan-
gen.
▶ Controleer de dynamische gasvoordruk.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van de ionisatiepen.
▶ Controleer de ontstekingsunit op beschadiging en slijtage. Vervang het on-
derdeel indien nodig.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Controleer of de storing het gevolg kan zijn geweest door de aanwezigheid
van een aggregaat, windmolen of andere apparatuur die een onderbreking
kan veroorzaken.
▶ Controleer de elektrische installatie.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de draadbrug op de aansluiting van het externe schakelcontact.
▶ Controleer het externe schakelcontact.
▶ Vervang de branderautomaat door één met de meest recente software.
Op de barcode van de branderautomaat staat de softwareversie vermeld.
▶ Controleer het KIM-nummer.
▶ Plaats de KIM met het juiste KIM-nummer.
▶ Controleer het nummer op de branderautomaat.
▶ Plaats de KIM met het juiste KIM-nummer.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de 24V-bekabeling op slechte contacten, breuken en
beknellingen.
▶ Indien aanwezig: controleer de werking van het cv-toestel door de toestel-
thermostaten (bijv. maximaal-, rookgas of branderthermostaat) 1 voor 1
door te verbinden. Verwijder direct na controle de doorverbinding en ver-
vang indien nodig de betreffende toestelthermostaat.
▶ Controleer de bekabeling en de connector van het gasregelblok.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het gasregelblok te vervan-
gen.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te
vervangen.
37