12
Displaycodes
Code
Soort
Betekenis
2 F
De aanvoertemperatuursensor meet geen
2 6 0
temperatuurstijging na een branderstart.
2 F
2
Het gemeten temperatuursverschil tussen de aanvoer- en
2 7 1
safetytemperatuursensor is te groot.
2 L
3
De pomptest is mislukt.
2 6 6
2 P
De gemeten temperatuur, door de aanvoertemperatuur-
2 1 2
sensor of de safetytemperatuursensor, stijgt te snel.
2 U
De gemeten temperatuur, door de aanvoertemperatuur-
2 1 3
sensor of de retourtemperatuursensor, stijgt te snel.
3 A
2
Het stuursignaal of de spanning van de ventilator is tijdens
2 6 4
bedrijf weggevallen.
3 C
3
Het ventilatortoerental is onregelmatig tijdens het
2 1 7
opstarten.
3 F
2
Het cv-toestel is maximaal 2 minuten uitgeschakeld
2 7 3
geweest, omdat het cv-toestel gedurende 24 uur continu
in bedrijf is geweest. Dit is een veiligheidscontrole.
3 L
3
2 1 4
Ventilator draait niet tijdens de opstartfase
3 P
3
Het ventilatortoerental is te laag.
2 1 6
3 Y
3
Het ventilatortoerental is te hoog.
2 1 5
4 A
3
De aanvoertemperatuursensor heeft een temperatuur
2 1 8
gemeten die hoger is dan 105 °C.
4 C
3
Een toestelthermostaat (bijv. maximaal- of
2 2 4
branderthermostaat) heeft een te hoge temperatuur
gemeten en staat geopend.
4 E
3
De sensortest is mislukt.
2 7 8
4 F
3
De safetytemperatuursensor heeft een temperatuur
2 1 9
gemeten die hoger is dan 105°C.
4 L
3
De contacten van de safetytemperatuursensor zijn
2 2 0
kortgesloten of de safetytemperatuursensor heeft een
temperatuur gemeten die hoger is dan 130 °C.
4 P
3
De contacten van de safetytemperatuursensor zijn
2 2 1
onderbroken.
4 U
3
De contacten van de aanvoertemperatuursensor zijn
2 2 2
kortgesloten.
4 Y
3
De contacten van de aanvoertemperatuursensor zijn
2 2 3
onderbroken.
5 C
3
Diagnose tool is aangesloten geweest.
2 2 6
5 H
Componententestfase.
2 6 8
Tabel 17 Storingscodes
36
Oplossing
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de aanvoertem-
peratuursensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp en de betreffende
sensoren. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de druksensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door het onderdeel te vervangen.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de betreffende
sensoren. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de betreffende sensoren.
Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de connectors en de bekabeling van de ventilator.
▶ Controleer de werking van de ventilator, Vervang het onderdeel indien no-
dig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
0 C
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectors van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te ver-
vangen.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de branderpakking(en) op lekkage van rookgassen.
Vervang indien nodig de branderpakking(en).
▶ Controleer de warmtewisselaar op vervuiling.
▶ Controleer de gas-luchtverhouding.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de sensoren.
▶ Controleer de werking van de sensor. Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor. Vervang het onderdeel
indien nodig.
▶ Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de sensor te vervangen.
TopLine HR 70/100 II • 6720813412 (2015/04)