De batterij opladen
3
Sluit de lader aan op een stopcontact.
Sluit de lader aan op een stopcontact binnen. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opladen als volgt weer:
Laadindicator
Laadindicator
Uit
Uit
Aan
Aan
Knippert
Knippert
4
Laad de batterij op.
Verwijder de batterij wanneer deze is opgeladen. Raadpleeg de technische
gegevens (P 151) voor laadtijden (merk op dat de laadtijden toenemen bij
zowel lage als hoge temperaturen).
Q Trek de stekker van de batterijlader uit het stopcontact nadat de batterij is opgeladen.
14
Laadtoestand
Laadtoestand
Geen batterij geplaatst.
Geen batterij geplaatst.
Batterij volledig opgeladen.
Batterij volledig opgeladen.
De batterij wordt opgeladen.
De batterij wordt opgeladen.
Batterij defect.
Batterij defect.
Plaats de batterij.
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
Verwijder de batterij.
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact en
Trek de stekker van de lader uit het stopcontact en
verwijder de batterij.
verwijder de batterij.
Actie
Actie
— —
Eerste stappen