Problemen en oplossingen
Probleem
Probleem
De camera stelt niet scherp.
De camera stelt niet scherp.
De foto's hebben verschil-
De foto's hebben verschil-
lende formaten.
lende formaten.
De macrostand is niet
De macrostand is niet
beschikbaar.
beschikbaar.
Intelligente gezichtsdetec-
Intelligente gezichtsdetec-
tie is niet beschikbaar.
tie is niet beschikbaar.
Gezichten worden niet
Gezichten worden niet
herkend.
herkend.
Er is een verkeerd onder-
Er is een verkeerd onder-
werp gekozen.
werp gekozen.
De fl itser fl itst niet.
De fl itser fl itst niet.
138
• • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij de camera
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij de camera: Selecteer de macrostand (
• • Het onderwerp is te ver verwijderd van de camera
Het onderwerp is te ver verwijderd van de camera: Zet de macrostand uit (
• • Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling
Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling: Gebruik scherpstelvergren-
P 47).
deling (P
deling (
47).
Als Als S
S voor
voor O
O BEELDGROOTTE
BEELDGROOTTE in stand
leen de gevoeligheid en de overige instellingen, maar ook het beeldformaat. Wilt u dat alle foto's hetzelfde
leen de gevoeligheid en de overige instellingen, maar ook het beeldformaat. Wilt u dat alle foto's hetzelfde
formaat krijgen, kies dan een andere stand of selecteer een andere optie voor O
formaat krijgen, kies dan een andere stand of selecteer een andere optie voor
( ( P
P 101).
101).
Selecteer een andere opnamestand (
Selecteer een andere opnamestand (P
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Kies een andere
opnamestand (
opnamestand (P
P 30).
30).
• • Het gezicht van het onderwerp wordt verborgen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.
Het gezicht van het onderwerp wordt verborgen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.: :
Verwijder alle obstructies.
Verwijder alle obstructies.
• • Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een minuscuul deel van het beeld
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een minuscuul deel van het beeld: Pas de
compositie zo aan dat het gezicht van het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
compositie zo aan dat het gezicht van het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (P
• • Het onderwerp houdt het hoofd schuin of zelfs horizontaal
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of zelfs horizontaal: Vraag het onderwerp het hoofd
rechtop te houden.
rechtop te houden.
• • De camera wordt schuin gehouden
De camera wordt schuin gehouden: Houd de camera recht (
• • Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht
Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht: Fotografeer bij voldoende licht.
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter bij het midden van het scherpstelframe dan het belangrijk-
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter bij het midden van het scherpstelframe dan het belangrijk-
ste onderwerp. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling
ste onderwerp. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling
( ( P
P 47).
47).
• • De fl itser is niet beschikbaar in de huidige opnamestand
De fl itser is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Selecteer een andere opnamestand
( ( P
P 30).
30).
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
: Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
• • De continuestand van de camera is ingeschakeld
De continuestand van de camera is ingeschakeld: Stel
• • De stille stand van de camera is geactiveerd
De stille stand van de camera is geactiveerd: Zet de stille stand uit (
• • De fl itser is niet opgeklapt
De fl itser is niet opgeklapt: Klap de fl itser op (
Oplossing
Oplossing
: Selecteer de macrostand (P
: Zet de macrostand uit (P
in stand R
R is geselecteerd, optimaliseert de camera niet al-
is geselecteerd, optimaliseert de camera niet al-
P 30).
30).
: Houd de camera recht (P
: Fotografeer bij voldoende licht.
: Stel R
: Zet de stille stand uit (P
P 51).
: Klap de fl itser op (P
51).
P 50).
50).
P 50).
50).
: Gebruik scherpstelvergren-
O BEELDGROOTTE
BEELDGROOTTE
: Kies een andere
: Vraag het onderwerp het hoofd
P 26).
26).
: Selecteer een andere opnamestand
R CONTINU
P 57) in op
57) in op B
CONTINU ( (P
P 124).
124).
Probleemoplossing
: Pas de
P 47).
47).
P 13).
13).
B . .