1. Tachometer
•
12V-accuspanningsindicator – scherm linksboven
(Figuur
4)
•
24V-accuspanningsindicator – scherm linksboven
(Figuur
4)
1. 12V-accuspanningsindica-
tor
•
Indicator hydraulische vloeistoftemperatuur en
ventilator – scherm rechtsboven
Figuur 3
2. Indicator brandstofpeil
Figuur 4
2. 24V-accuspanningsindica-
tor
(Figuur
5)
Opmerking:
de koelventilators van de hydraulische vloeistof
met een snelheid van 25% voorwaarts.
•
Indicator temperatuur motorkoelvloeistof en
ventilator – scherm linksboven
Opmerking:
koelventilators van de motor met een snelheid van
50% achterwaarts.
Deze weergave
en de richting van de ventilator aan. Het
ventilatortoerental is afhankelijk van de
temperatuur van de hydraulische vloeistof of
de temperatuur van de motorkoelvloeistof; de
ventilator draait automatisch in de omgekeerde
richting wanneer dat nodig is. Een achteruitcyclus
wordt automatisch gestart om te helpen bij
het wegblazen van vuil van het rooster van
de motorkap, als de temperatuur van de
g033146
motorkoelvloeistof of de hydraulische vloeistof een
bepaald peil bereikt. De ventilator voert om de
21 minuten een bijkomende achteruitcyclus uit,
ongeacht de koelvloeistoftemperatuur.
De ventilatorrichting wordt ook weergegeven op
het scherm van de motorkoelvloeistoftemperatuur
en het temperatuurscherm van de hydraulische
vloeistof. Als de balk zich rechts van de
middenstreep bevindt, draaien de ventilatoren
voorwaarts. Als de balk zich links van de
middenstreep bevindt, draaien de ventilatoren
achteruit
(Figuur
g033161
3
In het volgende voorbeeld draaien
(Figuur
In voorbeeld
Figuur 5
(Figuur
1) geeft het toerental
5).
5)
draaien de