•
Motorbeveiligingsschakelaar opnemen!
De minimumeis is een thermisch relais/motorbeveiligingsscha-
kelaar met temperatuurcompensatie, differentieelschakeling en
herinschakelingsblokkering conform de lokale voorschriften.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar bij bedrijf in op de nomina-
le stroom (zie typeplaatje).
•
Installeer een voorziening voor netscheiding!
Minimale vereiste: hoofdschakelaar met meerpolige uitschake-
ling.
•
Thermische motorbewaking:
–
Sensor: Bimetaalsensoren
–
Aantal temperatuurcircuits: 1, temperatuurbegrenzing
–
Aansluitwaarden: max. 250 V(AC), 2,5 A, cos phi = 1
–
Drempelwaarde: wordt door sensor ingesteld.
–
Activeringstoestand: Schakel de pomp uit als de drempel-
waarde is bereikt!
PE
L1
250 V (AC); 2,5 A
Fig. 5: Aansluitschema 3~-motor
Adernummer
Omschrijving
1
20
2
21
3
U
4
V
5
W
Groen/geel (gn-ye)
Aarde
6
Inbedrijfname
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom in be-
gaanbare bassins!
Als mensen bij het medium zijn, mag u de pomp niet
in bedrijf nemen. In het geval van een fout kan een
elektrische schok tot de dood leiden! Alleen wan-
neer er geen mensen meer bij het medium zijn,
schakelt u de pomp in.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rexa MINI3-S • Ed.01/2022-03
L2
L3
20
21
M 3~
cos φ = 1
Klem
WSK
WSK
L1
L2
L3
PE
LET OP
Toevoerhoeveelheid controleren!
Het maximale debiet moet lager zijn dan de maxi-
male capaciteit van de pomp. Als de toevoerhoe-
veelheid hoger is, kan de pomp het geaccumuleerde
debiet niet weg transporteren. De pompput kan
overstromen!
6.1
Voor het inschakelen
Controleer voor het inschakelen de volgende punten:
•
Is de elektrische aansluiting volgens de voorschriften uitge-
voerd?
•
Is de aansluitkabel veilig geïnstalleerd?
•
Kan de vlotterschakelaar vrij bewegen?
•
Wordt de temperatuur van het medium aangehouden?
•
Wordt de dompeldiepte aangehouden?
•
Zijn de persleiding en pompput vrij van afzettingen?
•
Zijn alle afsluiters in de persleiding geopend?
6.2
In- en uitschakelen
De pomp wordt afhankelijk van de uitvoering in- en uitgeschakeld:
•
Pomp met stekker, zonder vlotterschakelaar
Steek de stekker in het stopcontact, de pomp is bedrijfsklaar.
Schakel de pomp in en uit met de ON/OFF-schakelaar op de
condensatorschakelkast.
•
Pomp met stekker en vlotterschakelaar
Steek de stekker in het stopcontact, de pomp is bedrijfsklaar.
De besturing van de pomp vindt plaats via twee schakelaars op
de condensatorkast:
–
HAND/AUTO: Bedrijfssituatie instellen.
HAND: Pomp handmatig in- en uitschakelen.
AUTO: Pomp afhankelijk van het vulpeil automatisch in- en
uitschakelen.
Vlotter boven: Pomp aan, vlotter onder: Pomp uit.
–
ON/OFF: Pomp in de bedrijfssituatie "HAND" in- en uitscha-
kelen.
•
Pomp met vrij kabeluiteinde (zonder stekker)
Schakel de pomp via een aparte besturing in- en uit. Lees voor
meer informatie de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
drukverhogingsinstallatie.
6.3
Testloop
Voer een testloop uit als de pomp stationair wordt ingebouwd
(bijv. beerput, overloopput). Controleer de volgende punten met
de testloop:
•
Algemene voorwaarden (toevoerhoeveelheid, schakelpunten)
•
Draairichting (bij 3~-motoren)
De testloop moet 3 pompcycli omvatten.
1.
Pompput overstromen: Toevoer openen.
LET OP! De benodigde toevoerhoeveelheid voor de testloop
kan ook via een andere waterbron worden gesimuleerd.
2.
Inschakelniveau bereikt: De pomp start.
3.
Uitschakelniveau bereikt: De pomp stopt.
4.
Twee verdere pompactiviteiten herhalen.
▶
Als drie pompactiviteiten zonder problemen worden door-
lopen, is de testloop afgesloten.
nl
11