3. De gebruiker van het zendende apparaat kiest de gewenste infraroodfunctie
om de overdracht van gegevens te starten.
Als u gegevens via infrarood wilt verzenden, selecteert u Opties→ Zenden→
Via infrarood
in een toepassing.
Als de gegevensoverdracht niet binnen één minuut na activering van de
infraroodpoort wordt gestart, wordt de verbinding verbroken en moet u deze
opnieuw tot stand brengen.
Opmerking: Windows 2000: Als u infrarood wilt gebruiken om bestanden
tussen uw telefoon en een compatibele computer uit te wisselen, gaat u naar
Configuratiescherm en kiest u Draadloze verbinding. Schakel op het tabblad
Bestandsoverdracht de optie Anderen mogen via infraroodcommunicatie
bestanden naar deze computer verzenden in.
De status van de infraroodverbinding controleren
• Als
knippert, wordt geprobeerd verbinding te maken met het andere
apparaat of is de infraroodverbinding verbroken.
• Als
continu wordt weergegeven, is de infraroodverbinding actief en is de
telefoon gereed voor het verzenden/ontvangen van gegevens via de
infraroodpoort.
■ Verbindingsbeheer
Ga naar Menu→ Connectiviteit→ Verbindingsbeheer.
©
Copyright
2004 Nokia. All rights reserved.
184