beschikbaar is op het netwerk of in de huidige cel.
Zie 'Pakketdata (General Packet
Radio Service, GPRS)' op pag 117. Zie 'GPRS' op pag 123.
B Toont een analoge of digitale klok.
Zie 'Datum en tijd' op pag 124.
C Geeft aan in welk mobiel netwerk de telefoon momenteel wordt gebruikt.
D Toont de batterijcapaciteit. Hoe hoger de balk, des te hoger de
batterijcapaciteit.
E Navigatiebalk: toont het actieve profiel. Als het geselecteerde profiel
Algemeen
is, verschijnt de huidige datum in plaats van de profielnaam.
Zie 'Navigatiebalk -
horizontaal navigeren' op pag 21.
F Toont de huidige snelkoppelingen die aan de selectietoetsen
en
zijn
toegewezen.
G Achtergrondafbeelding: u kunt een willekeurige afbeelding selecteren voor
gebruik als achtergrond in de standby-modus.
Zie 'Thema's' op pag 140.
Opmerking: uw telefoon heeft een screensaver. De display wordt
leeggemaakt en de screensaver verschijnt als de telefoon een minuut niet is
gebruikt. Druk op een toets om de screensaver te deactiveren.
Zie 'Thema's' op
pag 140.
Symbolen die acties aangeven
Als de telefoon in standby-modus staat, kunnen een of meer van de volgende
symbolen worden weergegeven:
©
16
Copyright
2004 Nokia. All rights reserved.