U kunt de volgende codes wijzigen: de blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-
code. Deze codes kunnen alleen bestaan uit de cijfers 0 t/m 9.
Opmerking: Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van de
alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer
kiest.
PIN-code vragen
- als deze optie actief is, moet u bij inschakeling van de telefoon
altijd eerst de PIN-code opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige SIM-
kaarten niet kunt uitschakelen.
PIN-code
/
PIN2-code
wijzigen.
Periode autom. blok.
- u kunt een time-outperiode instellen waarna de telefoon
automatisch wordt vergrendeld. Met de juiste blokkeringscode kunt u de
blokkering opheffen. Geef het aantal minuten op voor de time-out of kies
u de automatische blokkering wilt uitzetten.
• Geef de blokkeringscode op om de vergrendeling van de telefoon op te heffen.
Opmerking: Wanneer de telefoon is vergrendeld, kunt u soms nog wel het
alarmnummer kiezen dat in het geheugen van uw telefoon is geprogrammeerd (bijvoorbeeld
112 of een ander officieel alarmnummer).
Blok. als SIM gewijz.
- kies
als er een onbekende SIM-kaart in de telefoon wordt geplaatst. Op de telefoon
wordt een lijst van SIM-kaarten bijgehouden die worden herkend als kaarten van
de eigenaar.
Vaste nummers
- als deze functie door de SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u
uitgaande oproepen beperken tot bepaalde telefoonnummers. Hiervoor hebt u de
/
Blokkeringscode
- met deze instelling kunt u de codes
Ja
als u wilt dat om de blokkeringscode wordt gevraagd
©
Copyright
2004 Nokia. All rights reserved.
Geen
als
126