Functiebeschrijving
Installatieschema
(vervolg)
"ANL" = 9
Bivalente tapwateropwarming, extra functie en omlading met sensor S3 in de warmwaterboiler 1 (update)
Weergave op display
"ANL" = 10
Keuze niet toepasbaar.
Collector-grenstemperatuur
Bij overschrijden van de temperatuur "NOT" wordt de
zonnecircuitpomp ter bescherming van de installatie-
componenten uitgeschakeld; het symbool "
pert.
Instelparameter
NOT
Opmerking
Bij de instelling 200
C is de functie niet actief.
º
Collectorkoelfunctie
Bij het bereiken van de ingestelde gewenste tempera-
tuur van de boiler "S SL" wordt de zonnecircuitpomp
uitgeschakeld.
Als de collectortemperatuur tot de ingestelde maxi-
mumtemperatuur van de collector "KMX" stijgt, wordt
de pomp zolang ingeschakeld tot de temperatuur 5 K
lager is (het symbool "
" knippert). Daarbij kan de boi-
È
lertemperatuur verder stijgen, maar slechts tot 90
daarna wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld (het
symbool "
" knippert).
¨
Instelparameter
KMX
Begrenzing minimumtemperatuur collector
Minimum-inschakeltemperatuur "KMN" die overschre-
den moet worden zodat de zonnecircuitpomp wordt
ingeschakeld.
Daarmee wordt veelvuldig inschakelen van de pomp
voorkomen.
26
De circulatiepomp R2 neemt de omlading (zie pagina 25) en de extra functie
(zie pagina 24) over.
Waarde voor "NOT" instellen. (zie pagina 16).
" knip-
¨
Toestand bij levering
1. "OKX" op "On" zetten (zie pagina 16).
2. Waarde voor "KMX" instellen.
C;
°
Toestand bij levering
Als de temperatuur met 5 K wordt onderschreden
wordt de pomp uitgeschakeld; het symbool "
pert.
1. "OKN" op "On" zetten (zie pagina 16).
Instelbereik
130
C
110
°
Instelbereik
110
C
90
°
e
200
C
–
°
190
C
–
°
" knip-