Montageverloop
Zonnecircuitpomp
Opmerking
In overeenstemming met het ingebouwde pomptype
■
is de parameter "RPM" in de fabriek ingesteld. Een
nieuwe instelling is alleen bij vervanging van de
regeling of evt. bij vervanging van de pomp nodig.
De aansluitkabel zonnecircuitpomp (netaansluiting)
■
en de PWM-kabel (indien aanwezig) zijn bij levering
aangesloten.
Te gebruiken pompen
Standaard-zonnepompen
Zonder eigen toerentalre-
geling
(met ingebouwde hulpcon-
densator)
"RPM" = 1
Aansluiting
3-aderige kabel met een kabeldoorsnede van
2
0,75 mm
.
Nom. stroom: 0,8 A
Pomp zonder PWM-ingang
A
Afb. 5
Aansluitruimte van de zonneregeling
A
R1 Zonnecircuitpomp
10
Met eigen toerentalrege-
ling
"RPM" = 0
M
1
~
!
Opgelet
Als er een verkeerde waarde voor de parame-
ter "RPM" wordt ingesteld, kan het toestel wor-
den beschadigd of de werking gestoord.
Passende waarde in de volgende tabel in acht
nemen.
Hoogrendement-pom-
pen zonder PWM-ingang
"RPM" = 0
Opmerking
Pompen met een opgenomen vermogen van meer dan
190 W moeten via een extra relais (koppelrelais) wor-
den aangesloten. De toerentalregeling voor deze
pomp moet worden gedeactiveerd (zie hoofdstuk "Toe-
rentalregeling").
Pompen met PWM-in-
gang
Opmerking
Alleen zonnepompen ge-
bruiken, geen CV-pompen.
WILO-pompen: "RPM" =
■
2
GRUNDFOS-pom-
■
pen: "RPM" = 3