USB
Een USB-apparaat aansluiten
1
Sluit het USB-apparaat via de USB-kabel
aan. (P.83)
2
Druk op de knop [HOME]/[ ].
3
Raak [
] aan.
4
Raak [USB] aan. (P.11)
Ñ
Verwijder het USB-apparaat
1
Druk op de knop [HOME]/[ ].
2
Raak een andere bron dan [USB] aan.
3
Ontkoppel het USB-apparaat.
Ñ
Bruikbaar USB-apparaat
U kunt een USB-apparaat met massaopslagklasse
gebruiken met dit toestel.
De term „USB device" in deze handleiding
verwijst naar een apparaat met flashgeheugen.
● Over het bestandensysteem
Het bestandensysteem moet een van de
volgende zijn.
• FAT16
• FAT32
OPMERKING
• Installeer het USB-apparaat op een plaats waar
het veilig rijden niet belemmert.
• U kunt een USB-apparaat niet via een USB-hub en
multikaartlezer aansluiten.
• Maak back-ups van de audiobestanden die u
op dit toestel hebt gebruikt. Afhankelijk van de
bedieningscondities van het USB-toestel zouden
bestanden gewist kunnen worden.
Wij vergoeden geen schade die op enigerlei wijze
door het wissen van gegevens ontstaat.
• exFAT
• NTFS
Basisbediening van de USB
De meeste functies kunnen worden
uitgevoerd in het bronregelscherm en het
afspeelscherm.
OPMERKING
• Stel de modusschakelaar van de
afstandsbediening in op de AUD-modus voordat
u met de bediening begint. Zie Wijzigen van de
bedrijfsmodus (P.69).
Regelscherm
1
2
3
4
5
Open de lade
3
3
1
[CODEC]
Wanneer een hoge-resolutie geluidsbron wordt
afgespeeld, wordt de formaatinformatie ervan
getoond.
Bedieningstoetsen
2
• [1] : Zoekt nummer/bestand. Zie Zoeken
(P.23) voor details over zoeken.
USB
6
7
6
6
21
Nederlands