6 Met display- en bedieningsmodule in bedrijf stellen
Vergelijking tekenreeks en serienummer:
Eerst moet u een tekenreeksvergelijking uitvoeren. Dit is bedoeld als
controle van de tekenweergave.
Bevestig, dat beide tekenreeksen gelijk zijn. De verificatieteksten
worden in Duits en bij alle andere menutalen in Engels getoond.
Daarna bevestigt u, dat het serienummer van uw instrument correct
is overgenomen. Dit is bedoeld als controle van de instrumencommu-
nicatie.
In de volgende stop controleert het instrument de omstandigheden
van de meting en beslist op basis van de verwerkingsresultaten, of
een functietest nodig is. Wanneer een functietest nodig is verschijnt
de volgende melding.
Voer in dit geval een functietest uit.
Functietest:
Bij een functietest moet u de veiligheidsfunctie van het instrument in
de tank met het originele medium testen.
De gedetailleerde procedure van de functietest vindt u in hoofdstuk "
Functionele veiligheid (SIL)" van de handleiding.
Parameter verifiëren:
Alle veiligheidsrelevante parameters moeten na een verandering
worden geverifieerd. Na de functietest worden alle veranderde veilig-
heidsrelevante parameters getoond. Bevestig na elkaar de gewijzigde
waarden.
Wanneer het beschreven verloop van de parametrering volledig en
correct wordt doorlopen, is het instrument geblokkeerd en daarmee
gereed voor bedrijf.
Anders blijft het instrument in vrijgegeven en dus onveilige toestand.
Opmerking:
Bij geblokkeerde bediening is de bediening via PACTware/DTM en
andere systemen tevens geblokkeerd.
14
VEGAPULS 6X • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART