Hoofdstuk 3 Werkingsprincipes
De Precision Flow
verwarmt en bevochtigt ademhalingsgas voor afgifte via een neuscanule bij een flow
®
van 1 tot 40 lpm. Het apparaat omvat een elektronische blender en flowsensors die een onafhankelijke
instelling van het zuurstofpercentage en de totale gasflow mogelijk maken.
De Precision Flow
bestaat uit twee delen:
®
Hoofddeel
• Het hoofddeel dat alle elektrische en elektronische componenten bevat, zoals de elektronische
blender en flowcontrollers, en remote sensors die het disposable watercircuit bewaken. Het hoofddeel
heeft geen watercircuit en het gaspad bevat alleen droog gas op kamertemperatuur en hoeft dus niet
intern te worden gereinigd of gedesinfecteerd.
• De zuurstof- en luchtflow worden gemeten door massaflowsensors. De besturingssoftware berekent
de vereiste flow van beide die nodig is om de door de operator ingestelde beoogde flow en het beoogde
zuurstofpercentage te bereiken. Het systeem regelt de gasflows overeenkomstig door de proportionele
elektromagnetische kleppen op de gaslijnen bij te stellen. Een zuurstofsensor bewaakt het
gasmengsel en geeft aan wanneer er een discrepantie is tussen het beoogde en gemeten percentage.
De zuurstofsensor wordt automatisch gekalibreerd met zuurstof bij het opstarten en iedere 24 uur.
• Firmware in het hoofddeel gebruikt sensors om de gasdruk en watertemperatuur te bewaken
en luchtlekken op te sporen in het watercircuit (luchtbeldetector). Alarmen worden weergegeven
als parameters buiten het normale bereik vallen. Andere indicators geven een lage lading in de
reservebatterij en het type geïnstalleerde cassette weer. Zie de bijlage voor een beschrijving van
de firmwarestatus en transities.
• Na een laadperiode van twee uur houdt een interne reservebatterij de ingestelde flow en het
ingestelde zuurstofmengsel gedurende ten minste 15 minuten in stand zonder netstroom. De batterij
kan niet door de operator worden vervangen.
WAARSCHUWING: De reservebatterij is uitsluitend bedoeld voor tijdelijk gebruik, wanneer de
netstroom naar het apparaat onderbroken is. Wanneer de batterij volledig leeg is, werkt het apparaat
niet langer en houdt de gasflow naar de patiënt op. Er zijn geen alarmen of indicatielampjes wanneer
de batterij leeg is. De batterij is niet bedoeld voor gebruik tijdens vervoer van de patiënt. De gasflow
houdt dan op.
Disposable patiëntcircuit
• Het disposable patiëntcircuit (DPC) bestaat uit het disposable watercircuit (DWP), de
dampoverdrachtcassette (DOC) en de toevoerslang. De condities in de circulerende water- en
gasstroom worden buiten de disposable cassette gedetecteerd via de interface tussen het hoofddeel
en het disposable watercircuit.
• Dampoverdrachtcassette. In de cassette stroomt gemengd gas door de lumina van honderden
parallelle holle vezels die zijn vervaardigd van een speciaal ontwikkelde polymeer. Warm water circuleert
rondom de vezels en diffundeert als damp door het vezelmateriaal in de gasstroom die door iedere
vezel stroomt. In tegenstelling tot de meeste bevochtigers is er geen direct contact tussen de water-
en gasstroom. De gasstroom verlaat de cassette verzadigd met damp op de ingestelde temperatuur.
N.B. Gebruik alleen goedgekeurde cassettes van Vapotherm Inc.
• Patiënttoevoerslang. Het verwarmde, bevochtigde gas stroomt door het middelste lumen van een
verwarmde toevoerslang met drie lumina. Het middelste lumen is omgeven door twee buitenlumina
waarin verwarmd water circuleert om de temperatuur van het binnenste lumen te handhaven en
overtollig condensaat te beperken. Een bedrijfseigen korte neuscanule is aangesloten op het uiteinde
van de toevoerslang en loopt door het bevochtigde ademhalingsgas naar de neusgaten van de
patiënt. Het is normaal dat non-DEHP PVC-slangen er enigszins troebel of geel uitzien, met name
tijdens langer gebruik of wanneer het systeem gebruikt wordt op een hogere temperatuur.
• Disposable watercircuit. Het disposable watercircuit bevat een waterreservoir, pomp, aansluitingen
voor de cassette en toevoerslang en sensorinterfaces naar het hoofddeel. Water wordt langs een
verwarmingsplaat gepompt door de buitenste lumina van de toevoerslang. Terugstromend water
loopt door het buitenste omhulsel van de speciaal ontworpen dampoverdrachtcassette waarbij enig
water verloren gaat als damp door de gasstroom. Er is geen direct contact tussen de water- en
gasstroom. Het water stroomt vervolgens terug naar het pompreservoir. Het verwarmingselement
houdt automatisch de ingestelde temperatuur in stand. Water stroomt in het circuit uit de waterzak om
verlies door verdamping in de dampoverdrachtcassette aan te vullen, Lucht wordt uit de circulatie naar
de buitenlucht verwijderd via een hydrofoob filtermembraan.
Zie hoofdstuk 5 voor een beschrijving van de bedrijfsmodi.
3005012 Rev. F
Pagina 7