Hoofdstuk 12 Alarmen
Tabel met alarmen
Alarmpictogram
Storing in
cassette
Cassettetype
Gastoevoer
(knippert)
Gastoevoer
(brandt continu
en numerieke
display
flowsnelheid
knippert)
Temperatuur-
display geeft
streepjes (- -)
knipperend weer,
en pictogram
Algemene storing
Numerieke tem-
peratuurdisplay
knippert
ALGEMENE STORINGSALARMEN: zijn storingen in de regel- of meetsystemen. Afhankelijk van de oorzaak
van de storing kan de gasafgifte al dan niet worden gestopt. De gebruiker moet de behandeling in de gaten houden en
reageren op algemene storingsalarmen. Algemene storingsalarmen kunnen niet worden uitgeschakeld met de knop
Alarmgeluid uitschakelen. Om te resetten, koppelt u het apparaat eerst los van de netstroom en drukt u vervolgens op de
knop Uitvoeren/Standby. Met uitzondering van vervanging van de O
daartoe opgeleid personeel.
3005012 Rev. F
Geluidssignaal
Duidt op
Gemiddelde
Cassette en/
prioriteit
of DPC niet
gevonden.
Apparaat werkt
niet
Lage prioriteit
Gasbellen in
watercirculatie.
Apparaat blijft
werken.
Geen
Cassette en/
of DPC niet
gevonden.
Geen
Geeft aan welk type cassette geïnstalleerd is (lage of hoge flow).
Geen alarm.
Gemiddelde
Druk gastoevoer
prioriteit
buiten bereik van
4-85 psi (28-586
kPa). Apparaat
werkt niet.
Gemiddelde
De geselecteerde
prioriteit
flow kan niet
worden geleverd
uit de huidige
gastoevoer.
Gemiddelde
Temperatuur
prioriteit
buiten bereik.
Kan niet
uitgeschakeld
worden
Geen
Temperatuur 2 ° >
instelpunt
Temperatuur 2 ° <
instelpunt
Oorzaak
Modus
Koppel de patiënt los.
UITVOEREN:
Verwijder disposable
defecte sensor
patiëntcircuit. Controleer
of cassette niet
de installatie van de
gevonden.
cassette. Controleer of de
sensorvensters schoon zijn.
Excessieve
Koppel de patiënt los.
gasdiffusie
Schakel het apparaat uit.
door
Vervang het disposable
cassettevezels.
patiëntcircuit, met inbegrip
van het watercircuit, de
cassette en de toevoerslang.
Modus
Verwijder disposable
STANDBY:
patiëntcircuit. Controleer de
cassette
installatie van de cassette.
ontbreekt.
Gastoevoer is
Controleer de gastoevoer en
losgekoppeld
corrigeer zo nodig.
of uitgeput.
Inlaatgasdruk
Verhoog de gasdruk of
te laag voor
verlaag de flowinstelling.
geselecteerde
flowsnelheid.
Oververhitting
Kan niet door gebruiker
of storing in
worden gecorrigeerd: koppel
temperatuur-
de patiënt los. Schakel het
sensor.
apparaat uit en stuur het op
voor onderhoud.
Gebruiker voert
Schakel het alarm uit en
een instelpunt
wacht tot de temperatuur
in dat veel
daalt.
lager ligt dan
de vorige
temperatuur.
Zeer lage wa-
Schakel het alarm uit en
tertemperatuur
wacht tot de temperatuur
na vervanging
stijgt.
zak.
-sensor, moet het apparaat gerepareerd worden door
2
Maatregel
Pagina 23