6.
Klap de uitvoerlade omlaag.
Afdrukken
1.
Open het dialoogvenster
–
Papierformaat: een geschikt kaartformaat.
–
Afdrukstand: de juiste afdrukstand
2.
Klik op OK.
3.
Open het dialoogvenster Print.
4.
Selecteer het paneel Papier/Kwaliteit en geef de volgende instellingen op:
–
Papiersoort: een geschikte kaartsoort
–
Kwaliteit: Normaal, Beste of Maximum dpi.
5.
Stel desgewenst de opties voor
6.
Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op Druk af.
Opmerking
kaarten correct in de papierlade zijn geplaatst.
Transparanten
Wanneer u een transparant wilt afdrukken, selecteert u de papiersoort en
afdrukkwaliteit op het paneel Papier/Kwaliteit van het dialoogvenster Print. Gebruik
HP Premium Inkjet Transparanten voor het beste resultaat.
Richtlijnen
Zorg dat u de capaciteit van de invoerlade niet overschrijdt: 30 transparanten.
Het afdrukken voorbereiden
1.
Til de uitvoerlade omhoog en verwijder vervolgens al het papier uit de invoerlade.
2.
Schuif de papiergeleider helemaal naar links.
3.
Plaats de transparanten in de invoerlade.
Het papier moet met de afdrukzijde omlaag liggen en de zelfklevende strip met
de afdrukzijde omhoog, in de richting van de printer.
Gebruikershandleiding
Pagina-instelling
Opmerking
Selecteer het fotoformaat zonder rand dat overeenkomt met
het kaartformaat om een kaart zonder rand af te drukken.
Als het bericht verschijnt dat het papier op is, controleert u of de
en selecteer de volgende instellingen:
HP Real Life-technologieën
in.
33