Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol./Zone4 Initial Vol.
(Zone 2/Zone 3/Zone 4 beginvolume instelling)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2, Zone 3, of
Zone 4 bepalen voor het moment dat de betreffende zone aan wordt
gezet.
Instelbereik: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Opmerking
De "Zone2 Max Vol.", "Zone3 Max Vol." of "Zone4 Max Vol." instelling heeft
voorrang boven de "Zone2 Initial Vol.", "Zone3 Initial Vol.", "Zone4 Initial Vol."
instelling.
Zone2 Balance/Zone3 Balance/Zone4 Balance
(Zone 2/Zone 3/Zone 4 balans)
Gebruik deze functie om de balans tussen het volume van de linker
en rechterkanalen voor elke zone in te stellen.
Keuzes: L10 t/m L1, 0, R1 t/m R10
Zone2 Mono/Zone3 Mono/Zone4 Mono
(Zone 2/Zone 3/Zone 4 mono stand)
Gebruik deze functie om te bepalen of bronnen mono moeten
worden weergegeven in de geselecteerde zone.
Keuze
Off
Schakelt de mono weergavefunctie uit. Dit toestel geeft
bronnen in stereo weer.
On
Schakelt de mono weergavefunctie in. Dit toestel mengt
de linker en rechter kanalen terug tot één kanaal en geeft
de bron in mono weer.
Muting Type (Zone 2/Zone 3/Zone 4 soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume in de geselecteerde zone
verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuze
Full
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
–20dB
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
–40dB
Verlaagt het huidige volume met 40 dB.
Zone OSD (Zone in-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2, Zone
3 en Zone 4 laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm dat is
aangesloten op de ZONE VIDEO aansluitingen op het achterpaneel
van dit toestel. De informatie voor Zone 2, Zone 3 en Zone 4 zal als
volgt worden getoond:
• De signaalbron
• Het volumeniveau
• De audiodempingstatus
• De toonkleurstatus
• Het iPod of netwerk/USB menu wanneer "DOCK" of "NET/
USB" is geselecteerd als signaalbron voor Zone 2, Zone 3, en/of
Zone 4
Keuze
Zone2
Toont alleen de bedieningsstatus voor Zone 2.
Zone All
Toont de bedieningsstatus voor Zone 2, Zone 3 en
Zone 4.
Opmerkingen
• U kunt maximaal twee composiet beeldschermen en één component beeldscherm
verbinden met de ZONE OUT VIDEO aansluitingen en de ZONE OUT
COMPONENT VIDEO aansluitingen. Als u meerdere beeldschermen verbindt met
de ZONE VIDEO en ZONE OUT COMPONENT VIDEO aansluitingen, zullen deze
beeldschermen dezelfde beelden laten zien als die voor de signaalbron voor Zone 2.
• Wanneer u "Zone OSD" instelt op "Zone All", zal de bedieningsstatus voor Zone 3 en
Zone 4 verschijnen op het (de) Zone 2 beeldscherm(en), ook als Zone 2 is
uitgeschakeld.
92
Nl
Beschrijving
Functies
Functies
\
Manual Setup (Network)
Via dit menu kunt u de netwerk en USB systeeminstellingen
wijzigen.
Configuration (Netwerk configuratie)
Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres enz.) te
bekijken of deze met de hand te wijzigen.
DHCP (DHCP instelling)
Gebruik deze functie om te bepalen of dit toestel de
netwerkinstellingen kan verkrijgen (IP adres, subnet masker,
standaard gateway, primaire DNS server en secundaire DNS server)
van de DHCP server voor het aangesloten netwerk.
Keuze
On
Selecteer deze instelling wanneer dit toestel de
netwerkinstellingen kan verkrijgen van de DHCP server
voor het aangesloten netwerk.
Off
Selecteer deze instelling wanneer u de
netwerkinstellingen met de hand wilt instellen.
IP Address (IP adres)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen IP adres
te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde zijn als een die
reeds gebruikt wordt voor andere apparatuur in het beoogde
netwerk.
Subnet Mask (Subnet masker)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen subnet
masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker worden ingesteld op
"255.255.255.0".
Default Gateway (Default gateway)
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
DNS Server (P) (Primaire DNS server)
DNS Server (S) (Secundaire DNS server)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de primaire en
secundaire DNS (Domain Name System) servers te specificeren.
Opmerking
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij "DNS Server (P)". Als u twee of
meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan één in bij "DNS Server (P)" en een
ander bij "DNS Server (S)".
Setup (Setup)
Selecteer "Setup" om de instellingen voor de "Configuration"
parameters te bevestigen.
Procedure voor het configureren van het netwerk
1
Druk op het bovenste GUI menu op 9 k / n en druk
herhaaldelijk op 9 h op de afstandsbediening om
"Configuration" te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op 9 k / n en vervolgens op 9 h
om "DHCP" te selecteren.
Beschrijving