FUNCTIEMENU
5.14 INDIVIDUELE LAMELLEN INSTELLEN
Met deze functie kan de luchtrichting van meerdere luchtuitlaten
afzonderlijk worden ingesteld.
?
O P M E R K I N G
•
Deze functie is beschikbaar voor binnenunits die zijn uitgerust met
individuele lamellen.
•
Het kan niet worden ingesteld als de airconditioner is gestopt.
•
De ventilatorsnelheid zal op "LAAG" worden geschakeld wanneer
deze functie wordt ingesteld de instelling is voltooid, schakelt de unit
weer in normaal bedrijf.
•
Tijdens het "Opstarten van de verwarming", "Ontdooien" en "Active-
ren van de thermobediening", wordt de hoek van de lamellen auto-
matisch in horizontale positie vergrendeld wanneer deze functie is
geactiveerd.
•
Deze functie is niet beschikbaar wanneer twee afstandsbedieningen
(met inbegrip van een combinatie van bedrade bediening en
draadloze bediening) worden gebruikt.
1 Selecteer "Individuele lamellen instellen" op het "Functiemenu"
en druk op "OK".
2 Selecteer "Individuele lamellen instellen" en druk op "OK".
?
O P M E R K I N G
Als er één binnenunit op de bediening is aangesloten, wordt Stap 4
weergegeven.
34
PMML0565 rev.1 - 04/2022
3 Druk op " ", " ", " ", of " " om de binnenunit te selecteren en
de richting van de lamellen te wijzigen, en druk op "OK".
?
O P M E R K I N G
De weergave van de binnenunit in het scherm begint te knipperen als
lamellen zijn ingesteld.
4 Druk op " " of " " en selecteer de lamellen van 1 tot 4.
De geselecteerde lamellen worden geopend terwijl de
andere gesloten zijn.
5 Druk op " " of op " " om de lamellenhoek te selecteren en
druk op "OK".
Ga terug naar Stap 3.
De lamellenhoek verandert als volgt
Indv.
Indv.
Indv.
Indv.
6 Zorg ervoor dat individueel "Indv." is ingeschakeld bij de
Lamellen op het beginscherm.
Indv.
Indv.
Indv.
Indv.
Swing