WERKING
3.5 VENTILATORSNELHEID
1 Druk op " " of op " " om "Ventilatorsnelheid" te selecteren.
2 Als u op "
" of "
" drukt, wijzigt de ventilatorsnelheid in
deze volgorde:
3.6 RICHTING VAN DE PENDELLAMELLEN
1 Druk op "
" (Aan/Uit). Controleer of de airconditioner op
AAN staat. Druk op " " of op " " en selecteer "Lamellen".
2 Door op "
" of "
" te drukken verandert de richting van
de lamellen zoals hieronder afgebeeld, de richting van de
verschillende soorten lamellen wordt anders weergegeven.
Weergave op LCD-
scherm
: : Het automatisch bewegen van de lamellen begint. Het
icoontje op het LCD-scherm blijft heen en weer bewegen.
6
PMML0565 rev.1 - 04/2022
KOELEN,
VERWARMEN,
ONTVOCHTIGEN
VENTILATOR
Automatische
lamellenbeweging
Auto
∧ ∨
High 2
∧ ∨
High 1
∧ ∨
Med
∧ ∨
Low 2
∧ ∨
Low
?
O P M E R K I N G
•
In de ontvochtingsmodus schakelt de ventilatorsnelheid automatisch
over naar "LAAG" en kan dan niet meer worden gewijzigd. ("LAAG"
wordt op dat moment NIET weergegeven op het LCD-scherm. Het
LCD-scherm geeft dan de huidige instelling weer.)
•
De ventilatorsnelheden "Hoog2" of "Auto" zijn eventueel niet beschikbaar,
afhankelijk van het type binnenunit
?
O P M E R K I N G
•
Bij binnenunits zonder automatisch lamellenmechanisme, wordt
"Lamellen" NIET weergegeven op het LCD-scherm.
•
De hoek van de luchtstroom hangt af van het type binnenunit. Verifieer
de informatie voor elke binnenunit in de Bedrijfshandleiding.
•
Het kan zijn dat de stand van de lamellen op het LCD-scherm niet
overeenkomt met de automatische lamellenbeweging. Om de stand
van de lamellen in te stellen, controleert u eerst de stand op het LCD-
scherm en stelt u daarna de hoek in.
•
Het kan zijn dat de lamellen niet onmiddellijk stoppen nadat op de
knop is gedrukt.
A