Temperatuuralarm
Dit apparaat heeft een waarschuwings-
systeem, waarmee wordt voorkomen
dat de temperatuur in de diepvrieszone
ongemerkt stijgt.
Wanneer de vriestemperatuur in het ap-
paraat te veel stijgt, beginnen de tem-
peratuuraanduiding en het alarmsym-
bool te knipperen. Bovendien klinkt
er een zoemer.
Of het apparaat een temperatuur te
hoog of te laag vindt, is afhankelijk van
de ingestelde temperatuur.
Het temperatuuralarm treedt bijv. in
werking als
– u het apparaat inschakelt en de tem-
peratuur die op dat moment in een
temperatuurzone heerst te veel ver-
schilt van de temperatuur die u heeft
ingesteld,
– u ingevroren levensmiddelen hersor-
teert of uit het apparaat neemt en er
daarbij te veel warme lucht naar bin-
nen stroomt,
– u een vrij grote hoeveelheid levens-
middelen invriest,
– u verse levensmiddelen invriest die
nog warm zijn,
– er een stroomstoring is geweest,
– het apparaat defect is.
Zodra de juiste temperatuur weer is be-
reikt, schakelt de zoemer uit en dooft
alarmsymbool .
26
Is de temperatuur in de diep-
vrieszone vrij lange tijd hoger dan
-18 °C, controleer dan of de diep-
vriesproducten geheel of gedeeltelijk
zijn ontdooid.
Is dat het geval, gebruik deze levens-
middelen dan zo snel mogelijk of
kook of braad ze, alvorens ze op-
nieuw in te vriezen!
Temperatuuralarm voortijdig
uitschakelen
Hindert de zoemer u, dan kunt u deze
voortijdig uitschakelen.
Druk op de toets voor het uitschake-
len van de zoemer.
De zoemer schakelt uit.
Het alarmsymbool blijft branden tot-
dat de storing voorbij is.
In de instellingsmodus kunt u de zoe-
mer niet voortijdig uitschakelen.