Functie DynaCool
Wanneer de functie Dynamische koeling
(DynaCool) niet is ingeschakeld, ont-
staan er in de koelzone als gevolg van
de natuurlijke luchtcirculatie zones met
verschillende temperaturen. De koude,
zware lucht zakt in het onderste gedeel-
te van het apparaat. Het is handig om
daar bij het inruimen van de levensmid-
delen gebruik van te maken. Zie hoofd-
stuk: "Levensmiddelen in de koelzone
bewaren".
Wanneer u echter een keer een grote
hoeveelheid gelijksoortige levensmidde-
len wilt bewaren (bijv. voor een feestje),
kunt u DynaCool beter inschakelen.
Daarmee wordt de temperatuur relatief
gelijkmatig over alle plateaus in de koel-
zone verdeeld en zijn alle levensmidde-
len in de koelzone even koel.
De temperatuur kan verder met behulp
van de temperatuurtoetsen worden in-
gesteld.
Het gebruik van DynaCool is tevens aan
te raden bij
– een hoge omgevingstemperatuur
(vanaf ca. 30 °C) en
– een hoge luchtvochtigheid.
Het gebruik van SuperFrost en DynaCool
Als in de temperatuuraanduiding de
temperatuur van de koelzone zicht-
baar is, kunt u de functie DynaCool in-
schakelen.
DynaCool inschakelen
Druk kort op de DynaCool - toets.
Het symbool DynaCool brandt. De
ventilator wordt automatisch ingescha-
keld.
DynaCool uitschakelen
Daar het energieverbruik iets hoger ligt
wanneer DynaCool is ingeschakeld,
kunt u deze in normale omstandigheden
beter uitschakelen.
Druk op de toets DynaCool. Het sym-
bool DynaCool gaat uit.
Om energie te besparen, gaat de ven-
tilator automatisch een tijdje uit, wan-
neer de deur wordt geopend.
25