Indicators voor de beeldkwaliteit (p. 48)
Geeft de kwaliteit (normaal of fijn) aan van de foto
die wordt genomen.
: Fijn
: Normaal
Indicators voor de helderheid (belichtingsniveau) van
het beeld (p. 50)
: Helder
:
: Normaal
:
: Donker
Indicators voor de zoomverhouding (p. 48)
Geeft de vergroting aan (×1, ×2, ×4).
: Originele grootte
: Tweemaal zo groot
: Viermaal zo groot
Afstemmen op de lichtomstandigheden
De helderheid van het beeld instellen
Druk op
of
om de helderheid van het beeld te
wijzigen.
Zodra de telefoon teruggekeerd is naar het standby-
scherm worden de instellingen voor helderheid
teruggezet naar de standaardinstelling.
50
Camera
Gemaakte foto's weergeven
Gemaakte foto's kunnen worden weergegeven in de
Opgeslagen afbeeldingen.
Druk in de modus van de digitale camera op A
1.
[Opties].
Het menu Opties wordt weergegeven.
2.
Druk op
of
selecteren, en druk vervolgens op
[Selecteren] om uw keuze te bevestigen.
De lijst met opgeslagen afbeeldingen wordt
weergegeven.
3.
Druk op
of
selecteren die u wilt weergeven, en druk vervolgens
op
om uw keuze te bevestigen.
De geselecteerde foto wordt weergegeven.
Als u klaar bent, druk dan op C [Vorige] om terug
4.
te keren naar de lijst.
Tip
• Aan uw afbeeldingen worden bestandsnamen
gegeven in de vorm "pic_nnn.jpg" (nnn is een
driecijferig volgnummer).
De bestandsnaam, datum en grootte van uw
afbeeldingen worden weergegeven in de lijst
Opgeslagen afbeeldingen.
om "Mijn afbeeldingen" te
of A
om de bestandsnaam te