een fatale fout opgetreden is.
U2-10: Bedieningsstand
• Gebruik constante U2-10 om te monitoren wat de bedieningsstand (MODE 1, MODE 2,
MODE 3 of MODE 4) is als een fatale fout opgetreden is.
U2-11: Bedieningsstatus
• Gebruik constante U2-11 om 12 digits te monitoren die de status van iedere bedienings-
stand weergeven als een fatale fout opgetreden is. Gelieve OPMERKING 1 in Hoofdstuk
5 te raadplegen.
U2-12: Status Extra Uitgang
• Gebruik constante U2-12 om de AAN/UIT status van 3 sets aan Extra aansluiting (RY1,
RY2, RY3) te monitoren als een fatale fout opgetreden is. Gelieve OPMERKING 2 in
Hoofdstuk 5 te raadplegen.
U2-13: Verstreken tijd
• Gebruik constante U2-13 om de verstreken tijd te monitoren na vermogen AAN (O2-03
= 0) of na RUN (O2-03 = 1) in eenheden van 1 uur, als een fatale fout opgetreden is.
U2-14: Status Zonnelader
• Gebruik constante U2-14 om de zonnelader status te monitoren, als een fatale fout op-
getreden is.
U2-15: Zonnestroom
• Gebruik constante U2-15 om de zonnelaadstroom in eenheden van 0.1A te monitoren,
als een fatale fout opgetreden is.
U2-16: Zonnevermogen
• Gebruik constante U2-16 om het geleverde zonnevermogen in eenheden van 1W te
monitoren, als een fatale fout opgetreden is.
U2-17: Zonne-energie
• Gebruik constante U2-17 om de geleverde zonne-energie in eenheden van 1AH te mo-
nitoren, als een fatale fout opgetreden is.
U2-18: Totaal geleverde zonne-energie
• Gebruik constante U2-18 om de totale geleverde zonne-energie in eenheden van 1AH
te monitoren, als de vermogenfout plaatsvindt.
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
73
090138.01