de AC-ingangsspanning te laag is gedurende een bepaalde tijd (E2-11).
• Dit niveau wordt bepaald door de AC-uitschakeldrempel (B2-01).
• Gebruik deze instelling (E2-11) om het herstarten van een handmatig uitgeschakelde
generator onmogelijk te maken, als de Extra aansluiting 1 wordt gebruikt om een start-
signaal te genereren voor die generator.
E2-12: Extra1-UIT-temperatuurgrens (negeer deze instelling als E2-13 = 0))
E2-13: Extra1-temperatuurveiligtijd
• Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen overtemperatuur alarm is,
kan deze instelling (E2-12) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal
alarm.
• Zoals met andere Extra aansluiting instellingen, moet een vertragingswaarde ook ge-
specificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor Extra aan-
sluiting 1 UIT bij Geen Overtemperatuur Alarm (E1-13).
E2-14: Extra1-UIT-Volle-batterij (negeer deze instelling als E2-15 = 0)
E2-15: Extra1-UIT-Volle-batterijtijd
• Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen lage batterij alarm is, kan deze
instelling (E2-14) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal alarm.
• Zoals met andere Extra aansluiting 1 instelling, moet een vertragingswaarde ook ge-
specificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Extra1-UIT-Volle-batterijtijd bij
Geen Lage Batterij Alarm (E1-15).
E2-16: Extra1-UIT-onderbelasting ( negeer deze instelling als E2-17 = 0))
E2-17: Extra1-UIT-onderbelastingtijd
• Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen overbelasting alarm is, kan deze
instelling (E2-16) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of normaal alarm.
• Zoals met andere Extra aansluiting 1 instelling, moet een vertragingswaarde ook gespe-
cificeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor Extra aanslui-
ting 1 UIT bij Geen Overbelasting Alarm (E1-17).
E2-18: Extra1-UIT-Onderbatterijrimpel (negeer deze instelling als E2-19 = 0)
E2-19: Extra1-UIT-Onderbatterijrimpeltijd
• Als u de Extra aansluiting 1 wilt uitschakelen als er geen batterij spanning rimpel alarm
is, kan deze instelling (E2-18) gebruikt worden om te kiezen tussen vooralarm of nor-
maal alarm.
• Zoals met andere Extra aansluiting 1 instelling, moet een vertragingswaarde ook gespeci-
ficeerd worden. Dit kan met behulp van de instelling Uitstelwaarde voor Extra aansluiting 1
UIT bij Geen Batterij spanning Rimpel Alarm (E1-19)..
E3 Groep (Instellen Extra aansluiting 2 AAN Conditie)
E4 Groep (Instellen Extra aansluiting 2 UIT Conditie)
E5 Groep (Instellen Extra aansluiting 3 AAN Conditie)
Batterij-lader / inverter COMBI-GAMMA
67
090138.01