4. Instellingen.
10
Instellingen en afstellingen van het product mogen alleen maar worden
uitgevoerd door mensen die een passende instructie hebben gekregen
van een adviseur medische producten. Daarbij dient erop gelet te worden
dat er zich bij alle soorten in- en afstellingen geen ledematen van toepas-
ser of gebruiker in het in- of afstelgebied bevinden, zodat de kans op letsel
wordt geminimaliseerd.
4.1 Handgrepen
De handgrepen zijn voor de aanpassing
aan
individuele
afzonderlijk in de breedte en hoogte
verstelbaar.
4.1.1 Hoogteverstelling van de
handgrepen
Voor het instellen van de hoogte
maakt u de stergrepen (A) los, brengt
u de handgrepen in de gewenste po-
sitie en zet vervolgens de stergrepen
weer vast. Door een schaal (B) is een nauwkeurige hoogte-instelling van
de handgrepen mogelijk. Let er hierbij op, dat de handgreep niet voorbij
de STOP-markering (C) uit de greepopname wordt getrokken, omdat in
dat geval voldoende klemming niet meer kan worden gegarandeerd. De
hoogte kan ook worden veranderd via de breedte-instelling (zie punt 4.1.2)
De handgrepen mogen niet boven de STOP-markering uit de
greepopname worden getrokken!
4.1.2 Breedte-instelling van de handgrepen
Voor het instellen van de breedte draait
u de bouten met inbus (D), los, brengt
u de handgrepen in de gewenste
positie en draait u vervolgens de bou-
ten met inbus weer vast. Zoals reeds
onder punt 4.1.1 vermeldt, kan de
greephoogte ook via de instelling
van de breedte worden veranderd (E).
Draai na iedere instelling alle verstel-
lingen weer vast!
Draai na iedere instelling alle
verstellingen weer vast!
lichaamsmaten
B
A
C
D
E