4.2
Kwantitatieve bepaling met
vloeibare reagentia
Chloor met vloeibare reagentia
0,01 ... 4,0 mg/l
Selecteer met de toets
a) vrij chloor
1.
Neem cuvetteset 1.
2.
Vul een 24 mm cuvette met een
10 ml watermonster en stel de
nulwaarde in, zie
kelen en op nul afstellen"
op pagina 13
3.
Haal de cuvette uit de meet‐
schacht en leeg de cuvette ver‐
volgens.
4.
Houd de druppelfles loodrecht
en laat door langzaam drukken
enkele evengrote druppels in de
cuvette vallen:
6 druppels ➨ DPD 1 buffer‐
n
oplossing
2 druppels ➨ DPD 1 rea‐
n
gensoplossing
Vul de cuvette tot de 10 ml mar‐
kering met het watermonster.
5.
Sluit de cuvette met het cuvette‐
deksel.
6.
Meng de inhoud van de cuvette
door deze om te draaien.
7.
Plaats de cuvette in de meet‐
schacht.
ð Zorg dat de cuvette juist is
gepositioneerd.
8.
Druk op de toets
[MODE] [Cl] .
Ä "Inscha‐
[ZERO/TEST] .
ð Gedurende ca. 3 seconden
knippert
Op het display verschijnt het
resultaat in mg/l vrij chloor.
b) totaal chloor
1.
Neem cuvetteset 2.
2.
Vul een 24 mm cuvette met een
10 ml watermonster en stel de
nulwaarde in, zie
kelen en op nul afstellen"
op pagina 13
3.
Haal de cuvette uit de meet‐
schacht en leeg de cuvette ver‐
volgens.
4.
Houd de druppelfles loodrecht
en laat door langzaam drukken
enkele evengrote druppels in de
cuvette vallen:
6 druppels ➨ DPD 1 buffer‐
n
oplossing
2 druppels ➨ DPD 1 rea‐
n
gensoplossing
3 druppels ➨ DPD 3 oplos‐
n
sing
Vul de cuvette tot de 10 ml mar‐
kering met het watermonster.
5.
Sluit de cuvette met het cuvette‐
deksel en meng de inhoud door
de cuvette om te draaien.
6.
Plaats de cuvette in de meet‐
schacht.
ð Zorg dat de cuvette juist is
gepositioneerd.
Analyse-methoden
[METHODE] .
Ä "Inscha‐
23