eleKtronisCHe KliMaatreGelinG, eCC*
autoMatisCHe reGelinG
In de stand auto regelt het ECC-systeem auto-
matisch alle functies voor een groter bedienings-
gemak en optimale luchtkwaliteit.
1
Eraan draaien voor onafhankelijke tempera-
tuurinstelling links/rechts in de passagiers-
ruimte. De gekozen temperatuur staat op
het display.
8
Indrukken om de gekozen temperatuur en
de overige functies automatisch te laten
regelen.
opBerGMoGelijKHeden, 12V-aansluitinGen & auX/usB*
eleKtrisCH BedienBaar panoraMadaK*
Knop eenmaal indrukken om het zonnescherm
te bedienen en tweemaal voor het panorama-
dak.
HandMatiGe reGelinG
2
Elektrische verwarming linker/rechter stoel.
3
Max. ontwaseming. Alle lucht op maximale
snelheid naar de voorruit en zijruiten.
4
Eraan draaien om ventilatorsnelheid te
wijzigen.
5
Luchtverdeling.
6
Elektrische verwarming achterruit en buiten-
spiegels Aan/Uit.
7
Recirculatie.
9
aC – Airconditioning Aan/Uit. Voor koeling
interieur en ontwaseming ruiten.
De 12V-aansluitingen in de passagiersruimte
werken in sleutelstand i of ii . De 12V-aanslui-
ting* in de bagageruimte is altijd actief.
Met de AUX/USB*-aansluiting is het mogelijk
om muziek op bijvoorbeeld een mp3-speler te
beluisteren via het audiosysteem van de auto.
BelanGrijK
Bij gebruik van de 12V-aansluiting in de
bagageruimte met de motor afgezet kan de
accu uitgeput raken.
Bij handmatige bediening moet het zonne-
scherm maximaal openstaan om het dak te
kunnen bedienen.
Bij activering/deactivering van de ventilatie-
stand wordt het zonnescherm automatisch
geopend/gesloten.
A
Automatisch maximaal openen.
B
Handmatig openen.
C
Handmatig sluiten.
D
Automatisch maximaal sluiten.
E
Ventilatiestand activeren.
F
Ventilatiestand deactiveren.