2.9 Inregelen van de luchthoeveelheid op de roosters
Zet de ruimtethermostaat 5°C hoger dan de omgevingstemperatuur, zodat het toestel op maximaal
vermogen werkt.
1.
Laat het toestel enige tijd op hoogstand functioneren totdat de maximaal ingestelde luchthoeveel-
heid wordt bereikt. Het systeem moet stabiel zijn, voordat verder wordt gegaan met inregelen.
2.
Controleer de luchthoeveelheid op alle roosters en ventielen met een luchtflow- of snelheidsmeter
aan de hand van de ontwerphandleiding.
3.
Begin het inregelen met de roosters welke de grootste positieve afwijking vertonen met de
gewenste berekende luchthoeveelheid. Herhaal dit voor alle roosters.
4.
Controleer als laatste het eerst ingestelde rooster en meet indien er afwijkingen zijn nog eens alle
roosters.
5.
Blokkeer met de stelschroef de maximaal ingestelde opening van een rooster, wanneer uit het
rooster de gewenste luchthoeveelheid komt.
6.
Geef de definitieve klepstanden aan op het kanaal.
2. Installeren
Installatievoorschriften Elan 10
10
maart 2003