- Het instelbereik van de luchthoeveelheid van de systeemventilator ligt tussen de 1,5 (fabrieksmatige
instelling) en 3,5 Vdc. Deze waarde nooit lager instellen dan 1,5 Vdc.
De systeemventilator zal altijd op laagstand blijven draaien en dus niet stoppen.
- Het veranderen van de instelling van de minimale luchthoeveelheid heeft invloed op het bereiken van
de maximale luchthoeveelheid bij de ingestelde uitblaastemperatuur.
Figuur 5: Ventilatorgrafiek systeemventilator.
Instellen maximale luchthoeveelheid
De maximale luchthoeveelheid van het toestel wordt bereikt bij de ingestelde maximale uitblaastem-
peratuur die door de modulerende regeling wordt bewaakt. Echter, het merendeel van de bedrijfstijd zal
de uitblaastemperatuur lager zijn en wordt de maximale luchthoeveelheid niet gehaald.
Vanaf een uitblaastemperatuur van 30°C zal de luchthoeveelheid toenemen tot de ingestelde maximum
waarde. De ingestelde waarde van de maximale luchthoeveelheid is te veranderen met potentiometer
'MAX' (linksom wordt de luchthoeveelheid verminderd).
- Controleer of de schakelaar zomerventilatie op stand "0" staat.
- Sluit de spanningsmeter aan op de aansluitingen 'OUT-" en 'OUT+' van de regelunit systeem
ventilator. Het meetbereik moet op tenminste 10 Vdc staan. De afgelezen spanning zal nu tussen de
1,5 Vdc en 3,5Vdc liggen, afhankelijk van de ingestelde luchthoeveelheid met potentiometer 'MIN'.
- Stel de losse inregelweerstand af op de weerstandswaarde behorende bij de ingestelde uitblaas
temperatuur met behulp van de multimeter (zie voor instelwaarde tabel op volgende bladzijde).
2. Installeren
Installatievoorschriften Elan 10
8
maart 2003
4935