- Neem de steker van de temperatuurvoeler los van de kabel naar de aansluiting 'SENSOR' van de
regelunit systeemventilator.
- Sluit de volgens de tabel afgestelde inregelweerstand aan op deze kabel naar de regelunit.
- Draai potentiometer 'RANGE' helemaal linksom (tegen de wijzers van de klok in).
- Verdraai potentiometer 'MAX' zodanig totdat de gewenste luchthoeveelheid is bereikt; lees de
bijbehorende spanning af op de aangesloten spanningsmeter; zie hiervoor figuur 5.
Het instelbereik van de maximale luchthoeveelheid van de systeemventilator ligt tussen de 3,5 Vdc en
10 Vdc.
- Draai potentiometer 'RANGE' zodanig tot de afgelezen spanning behorende bij de maximale
luchthoeveelheid op het punt staat te veranderen. Stel met de potentiometer de stuurspanning exact
op dit punt af.
- Controleer door verdraaiing van de inregelweerstand of de systeemventilator optoert bij een grotere
weerstand en aftoert bij een kleinere weerstand.
- Verwijder de inregelweerstand en de spanningsmeter en sluit de temperatuursensor weer aan op de
steker van de kabel naar de regelunit.
De regeling is nu zodanig ingesteld dat de luchthoeveelheid zal toenemen vanaf de 30°C tot aan
ingestelde maximum luchthoeveelheid bij de gekozen maximale uitblaastemperatuur. De maximale
luchthoeveelheid kan echter ook eerder worden bereikt als een lagere luchthoeveelheid is ingesteld.
2. Installeren
Temperatuur T
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
Installatievoorschriften Elan 10
Weerstandwaarde [Ω]
1922
2000
2080
2163
2246
2332
2418
2509
2600
2694
2788
maart 2003
9