Kettingrem ; Motor starten / motor uitzetten
7. Kettingrem
Als de kettingrem in werking treedt, wordt de
zaagketting in een fractie van een seconde gestopt.
Automatische activering:
In een noodsituatie als er een terugslag (kickback)
optreedt, activeert de kettingrem automatisch met
een schok ten gevolge van de massaversnelling.
Ook deze zeer efficiënte automatische
kettingrem kan u niet volledig beschermen
tegen verwondingen! Werk altijd voorzichtig
en vermijd altijd werksituaties waarbij er zich een
terugslag kan voordoen.
Handmatige activering:
Fig. 7
Om de kettingrem handmatig te
activeren, de handbeveiliging (3) naar voor
duwen in de richting van de geleidingsrail.
De handmatige activering om de zaagketting te
blokkeren is niet alleen bedoeld voor noodsituaties,
maar voor alle situaties waarbij de positie van de
geleidingsrail niet bewust door de gebruiker wordt
gecontroleerd of een onvoorzien contact tussen de
zaagketting en een vreemd voorwerp of de gebruiker
zelf niet kan worden uitgesloten. Dit geldt met name
als de motor wordt gestart of de machine wordt
gedragen, bijv. tijdens een controle van het
zaagobject of de omgeving of wanneer men van de
ene werkplek naar de andere gaat.
Om te sterke slijtage te vermijden, mag de
kettingrem - behalve in een noodsituatie - pas
worden geactiveerd als de zaagketting tot stilstand is
gekomen. Tijdens het starten moet de halfgasstand
na het aanspringen van de motor zo vroeg mogelijk
worden opgeheven door kort aan de gashendel te
trekken, zodat de motor met halfgas niet te lang
tegen de geblokkeerde ketting werkt.
Om de kettingaandrijving vrij te geven
(opheffen van de kettingrem), de
handbeveiliging (3) weer achteruit trekken
naar de greepbeugel (4)
Voor u met het werk begint, dient u altijd de
goede werking van de kettingrem als volgt te
controleren:
• Start de motor (zie hoofdstuk 8)
• Activeer de kettingrem in standgas
• Geef daarna één keer kort volgas
• De ketting moet blijven staan.
Als de werking niet in orde is, mag u niet met de
motorzaag werken. U dient de machine dan
onmiddellijk in een werkplaats te laten controleren
NEDERLANDS 12
8. Motor starten / motor uitzetten
Telkens u aan het starttouw trekt, dient u na te
gaan of uw houding correct is en of u de
motorzaag veilig vasthoudt, zoals beschreven in
volgende paragraaf 8.2 "Aanslingeren".
8.1 Startinstellingen
Voor het starten de kettingrem activeren om
de ketting te blokkeren.
• Zet de stopschakelaar (18) op "I".
• Als de machine voor het eerst wordt gestart of als
de brandstoftank volledig leeg werd gemaakt en
opnieuw werd gevuld, drukt u verschillende keren
op de primer (21) (minstens. 5x) tot er brandstof
zichtbaar is in de kunststofballon.
• Telkens voor u aan de startergreep trekt, op het
decompressieventiel (22) duwen om
gemakkelijker te kunnen starten. (Na het starten
spring het decompressieventiel automatisch terug
naar de normale stand).
Koude start:
Trek aan de choke (7) [tegelijk wordt de
halfgasstand geactiveerd, wat merkbaar
is aan de uitgetrokken
halfgascontrolepen (8)]
Trek de startergreep langzaam uit tot
aan de eerste weerstand, en trek de
startergreep daarna snel en krachtig door.
Herhaal de startprocedure tot de motor hoorbaar en
kort aanspringt. Daarna onmiddellijk:
de choke weer induwen. Als opnieuw
wordt gestart, draait de motor verder
met halfgas (merkbaar aan de
halfgascontrolepen).
Als de motor draait, de gashendel kort
bedienen om de halfgasstand op te
heffen (halfgascontrolepen springt in).
De motor draait stationair verder.
Warme start:
Start de motor in stationaire stand terwijl de choke
niet uitgetrokken is, of in de
Halfgasstand:
Trek aan de choke en duw hem weer in
[daardoor wordt de halfgasstand
geactiveerd, wat merkbaar is aan de
uitgetrokken halfgascontrolepen (8)].
Start tot de motor draait, bedien daarna kort de
gashendel om de halfgasstand op te heffen
(halfgascontrolepen springt in). De motor draait
stationair verder.
- 118
-.