5. Inbedrijfstelling
5.5
Controles en afstellingen na inbedrijfstelling
5.6
Weergave van de gemeten waarden
R
R
T002199-A
42
5.5.1.
Afsluitende werkzaamheden
1. Verwijder de meetapparatuur.
2. Draai de dop op het rookgasmeetpunt.
3. Plaats de frontmantel terug. Draai de twee schroeven een
kwartslag vast.
4. Druk op de toets R om de ketel in de normale bedrijfstoestand
terug te brengen.
5. Warm de CV-installatie op tot ongeveer 70°C.
6. Schakel de ketel uit.
7. Ontlucht de CV-installatie na circa 10 minuten.
T001522-A
8. Zet de ketel aan.
9. Controleer de aansluiting van de rookgasafvoer en luchttoevoer
op dichtheid.
10.Controleer de waterdruk. Indien nodig: vul de CV-installatie bij
(geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2 bar).
11.Vul op het typeplaatje de gebruikte gassoort in.
12.Instrueer de gebruiker over de werking van de installatie, ketel en
regelaar.
13.Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
De ketel wordt geleverd met ingestelde waarden voor de
parameters. Deze fabrieksinstellingen zijn afgestemd op
de meest voorkomende CV-installaties. Voor afwijkende
installaties en situaties kunnen de parameters gewijzigd
worden.
In het gebruikersniveau kunnen de volgende waarden worden
uitgelezen:
1. Druk meerdere malen achter elkaar op de toets [+] om de diverse
instellingen voorbij te laten komen:
t1 = Aanvoertemperatuur (°C)
t2 = Retourtemperatuur (°C)
t3 = Boilertemperatuur sensor (°C)
t4 = Buitentemperatuur (°C) (alleen met aangesloten
buitensensor)
fl = Ionisatie stroom (μA)
Mf = Ventilator toerental (omw/min)
2. Druk 1 maal op de toets R om dit menu te verlaten en terug te
keren naar de bedrijfsweergave.
Avanta CW6
140211 - 122068-AB