7. Elektrische aansluiting
7.1 Sensor
Open het deksel van de behuizing, duw een van de twee zwarte bevestigingsclips
naar achteren en trek de displaymodule omhoog.
Indeling van de aansluitpunten
Ingang weerstandssensor, thermokoppel
Thermokoppel
CJC met externe
Pt100
1 2
7.1.1 Weerstandsthermometer (RTD) en weerstandssensor
De aansluiting van een weerstandsthermometer (bijv. volgens NEN-EN 60751) in een 2-, 3- of
4-draads sensoraansluiting of de aansluiting van twee identieke weerstandsthermometers in
een 2-draads aansluiting met een identiek meetbereik. De sensoringang van de transmitter moet
geconfigureerd worden overeenkomstig het actueel gebruikte sensoraansluittype, anders is een
volledig gebruik van de mogelijkheden van aansluitcompensatie niet mogelijk; bovendien kan die
extra meetfouten veroorzaken (zie hoofdstuk 6.2 "Configuratie").
7.1.2 Thermokoppels (TC)
Het is mogelijk een of twee dezelfde thermokoppels aan te sluiten. Let op de correcte polariteit
bij aansluiting van het thermokoppel. Gebruik alleen thermo- of compensatiekabels die geschikt
zijn voor de aangesloten type thermokoppels, indien de kabel tussen thermokoppel en transmitter
verlengd moet worden.
WIKA gebruikshandleiding types TIF50, TIF52
1 2
3 4
1 2
3 4
1 2
3 4
Weerstandsthermometer/
weerstandssensor
in
4-draads 3-draads
2-draads
3 4
Potentio-
Dubbele
meter
thermokoppel,
dubbele mV
sensor
sensor 1
sensor 2
Voor alle sensormodellen worden identieke dubbele sensoren
ondersteund, dat wil zeggen dat bijv. combinaties van dubbele
sensoren zoals Pt100/Pt100 of thermokoppel type K/ type K
mogelijk zijn.
Nog een regel is:
Beide sensorwaarden hebben dezelfde eenheid en hetzelfde
sensorbereik.
Dubbele
weerstandsthermometer
/ dubbele weerstandssensor
in
2+2-draads
sensor 1
sensor 2
NL
19