Bedieningsinstructies UNIcon MODBUS Master
9.14.1
Automatische adressering
De eerste deelnemer (MODBUS-adres 1) moet op de klemmen 1A(1D+) en 1B (1D-) worden
•
aangesloten, waarna vervolgens de aansluitingen "ID" moeten worden verbonden (zien
Installatie/Communicatie/Adressering deelnemer MODBUS Master-interface).
De deelnemers worden automatisch op volgorde van installatie oplopend geadresseerd.
•
•
Om de automatische adressering met succes te kunnen uitvoeren, moeten alle te adresseren
busdeelnemers met elkaar zijn verbonden, spanning ontvangen en zijn ingeschakeld.
Informatie
De automatische adressering kan alleen in combinatie met compatibele toestellen worden uitgevoerd!
Hoofdmenu
Limieten
Timer
Diagnose
MODBUS Master
[P] Enter
MODBUS Master
Auto Adres
[P] Enter
MODBUS Master
Adressering
Gevonden: 0
In uitvoering
[P] Repeat
MODBUS Master
Adressering
Gevonden: 5
Gereed
[P] Repeat
L-BAL-E255-NL 2021/13 Index 005
MODBUS Master
1.
P-toets
[ESC] Info
1.
P-toets
2.
P-toets
[ESC] Menu
Weergave tijdens de automatische adressering loopt.
[ESC] Cancel
Na afloop van de automatische adressering wordt het aantal gevonden deel-
nemers weergegeven.
Voor een herhaling van de adressering de P-toets opnieuw indrukken.
Met de toets [ESC] het menu verlaten.
[ESC] Cancel
"MODBUS Master"
indrukken om het menu
indrukken om de automatische adressering te selecteren.
indrukken om de automatische adressering te starten.
Art.-nr.
97/123
Programmering
te openen.