Bedieningsinstructies UNIcon MODBUS Master
9.2
Temperatuurregeling
9.2.1
Basisinstelling
Hoofdmenu
Instelling
Protocol
Basis Set-up
Rege. Instelling
IO Setup
Basis Set-up
2.01
Modus
Basis Set-up
TF
E1 Analog In
Basis Set-up
20.0 °C
E1 Offset
Basis Set-up
--50.0 °C
E1 Setpoint Min
Basis Set-up
150.0 °C
E1 Setpoint max
L-BAL-E255-NL 2021/13 Index 005
2.01
...
2.05
2.01
...
2.05
Basis Set-up
Modus
Instelling van de modus bijv.
E1 Analog In
De sensoringang is bij de modi van de groep
"TF" ingesteld (sensortype KTY81-210).
Meetbereik: -50.0...+150 °C
Aansluitklemmen: "E1" en "T"
Andere instelbare sensoren:
PT1000
•
(aansluiting op klemmen
MTG-120V (typeaanduiding voor actieve sensor met 0 - 10 V uitgang, aansluiting op
•
klemmen
"E1"
,
"GND"
0 - 10 V, 0 - 20 mA, 4 - 20 mA (voor sensoren met vrij meetbereik en lineaire
•
karakteristiek)
Voor een correcte weergave van de werkelijke waarde is bij sensoren met een vrij
meetbereik de invoer van het sensormeetbereik noodzakelijk.
Voorbeeld met 0 - 10 V sensor en meetbereik 0 - 100 °C:
E1 Analog In = 0 - 10 V, E1 Eenheid = °C, E1 Decimalen = 1, E1 Min. = 0,0 °C, E1
Max. = 100,0 °C,
Bij de selectie van sensoren met een actief signaal wordt het setpoint en de Pband
automatisch op het 1/2 meetbereik ingesteld.
E1 Offset
Sensoraanpassing met vergelijkend meetapparaat.
De actuele "E1 werkelijke waarde" wordt inclusief de hier ingestelde offset weergeg-
even.
E1 Setpoint Min (Functie afhankelijk van softwareversie aanwezig)
Begrenzing van het instelbare setpoint (zie instellingen voor de werking)
Instelbereik: in meetbereik van de sensor
Fabrieksinstelling: minimale meetwaarde
E1 Setpoint Max (Functie afhankelijk van softwareversie aanwezig)
Begrenzing van het instelbare setpoint (zie instellingen voor de werking)
Instelbereik: in meetbereik van de sensor
Fabrieksinstelling: maximale meetwaarde
Art.-nr.
32/123
2.01
af fabriek op sensoren van de serie
2
en
, meetbereik -50,0...+150 °C)
"E1"
"T"
en
"24V"
, meetbereik: -10...+120 °C)
Programmering