Automatische melders, LSN improved version
2
Aanwijzingen voor de installatie/configuratie
2.1
Algemene aanwijzingen
Bericht!
De 520 Serie melders zijn alleen goedgekeurd voor gebruik binnenshuis! De melders mogen
uitsluitend worden gemonteerd in de geleverde FAA-500 Serie sokkels. Bovendien moet de
meldersokkel worden gemonteerd in een FAA-500-BB Achterkap voor plafondmontage of in
een FAA-500-SB-H achterkap voor opbouwmontage.
–
–
–
Afbeelding 2.1: Straal
–
–
–
–
–
–
2.2
Netwerktopologieën voor LSN improved
De LSN improved melders kunnen worden geconfigureerd als lus, steeklijn, T−aftakking en in
elke gemengde lus- of T-aftakkingsstructuur. Het is belangrijk om te weten dat onderling
verbonden structuren niet kunnen worden gemaakt.
Met LSN improved kunnen deze topologieën een willekeurig aantal knooppunten, aftakkingen
per knooppunt en elementen per aftakking bevatten, zolang het totale aantal elementen niet
hoger is dan 254.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Bij de configuratie/installatie dient te worden voldaan aan de landspecifieke normen en
richtlijnen.
De FAP‑OC 520 dient net als de FAP-O 520 te worden geïnstalleerd conform de richtlijnen
voor optische melders (zie EN 54 en VDS 2095).
Er moet een halfbolvormige ruimte (1) met een straal van 50 cm vrij blijven rondom de
melder (2).
U dient ervoor te zorgen dat geen mensen, grote dieren, planten, opengaande deuren of
andere objecten in dit gebied komen en dat geen enkel deel van het melderoppervlak
wordt afgedekt.
1
De melder mag alleen buiten handbereik worden geïnstalleerd.
Minimale installatiehoogte aanbevolen door BOSCH: 2,70 m.
De 520 Serie melders mogen niet worden geïnstalleerd in ruimten waarin gegevens
worden verzonden via infraroodlicht van hoge intensiteit (bijv. in ruimten met IR-systemen
voor tolken).
De melders moeten zo worden gemonteerd dat ze niet worden blootgesteld aan direct
zonlicht.
Bij lampen dient een minimumafstand van 50 cm te worden aangehouden.
De melders mogen niet worden gemonteerd in een lichtkegel van lampen.
Standaard zijn de sokkels voorzien van een veer, waarmee de melder in betonnen en
houten plafonds kan worden gemonteerd. Deze veer is te herkennen aan de blauwe
markering. Voor montage van een melder in een paneel van een verlaagd plafond kunt u
de extra, zachtere veer in de verpakking gebruiken die te herkennen is aan de gele
markering. (Let erop dat deze toepassing niet voldoet aan EN54-7).
Maximaal toegestane luchtsnelheid: 20 m/s.
Aanwijzingen voor de installatie/configuratie | nl
2
Bedieningshandleiding
9
2019.11 | 4.0 | F.01U.025.877