10
nl | Aanwijzingen voor de installatie/configuratie
Aansluitingen kunnen overal op de LSN-lijn worden geplaatst.
Bericht!
Bij installatie/configuratie moet rekening worden gehouden met de verwachte totale stroom
en lusweerstand zodat iedere melder een bedrijfsspanning heeft van minstens 15 VDC.
Zodra een LSN classic apparaat is geconfigureerd in een lus of steeklijn, kunnen alleen lus- of
steeklijnstructuren worden gebruikt. In dit geval zijn T-aftakkingen niet langer mogelijk.
1: lus
4: 1 of 2 steeklijnen en
gemengde T-aftakkingen
Tab. 2.1: Mogelijke structuren in LSN
Zorg ervoor dat bij het configureren van de melders geen onderling verbonden structuren
worden gemaakt.
Onderling verbonden
structuren binnen een
steeklijnstructuur
Tab. 2.2: Ongebruikelijke netwerkstructuren
2019.11 | 4.0 | F.01U.025.877
FPA-5000
FPA-5000
Bedieningshandleiding
FPA-5000
2: 1 of 2 steeklijn
FPA-5000
5: lus en steeklijnen gemengd
met T-aftakkingen
Onderling verbonden
structuren binnen een
lusstructuur
Automatische melders, LSN improved version
FPA-5000
3: T-aftakking
Bosch Sicherheitssysteme GmbH