18
nl | Installatie
Daarna wordt in het gat van de inbouwdoos een FAA-500-BB achterkap voor plafondmontage
geplaatst voor de sokkel en melder.
3.6
Achterkap voor opbouwmontage
13,5 mm
Afbeelding 3.11: FAA-500-SB -H Achterkap voor opbouwmontage
De FAA-500-SB-H Achterkap voor opbouwmontage is geschikt voor inbouw- en
opbouwkabelkanalen. De doos heeft een afdichting voor vochtige ruimten.
Gebruik voor opbouwkabelkanalen de doordrukgaten aan de zijkant. Aan de onderkant
bevinden zich twee openingen voor inbouwkabelkanalen.
Met kabelwartels van 13,5 mm is de maximale kabeldikte 12 mm.
Montage vindt plaats:
–
–
Afbeelding 3.12: Bevestigingspunten voor montage
De sokkel wordt in de achterkap gemonteerd op vier bevestigingspunten.
3.7
Nevenindicator
Een nevenindicator is vereist als de melder niet direct zichtbaar is, of in dubbele plafonds of
vloeren is aangebracht.
De nevenindicatoren moeten altijd in gangen of toegangspaden naar de overeenkomstige
secties of ruimtes van het gebouw worden geïnstalleerd.
2019.11 | 4.0 | F.01U.025.877
∅ 150 mm
∅
20 mm
∅ max.:
8,5 mm
6- - 12 mm
4,1 mm
35 mm
20 mm
14,5 mm
via de langwerpige sleuven of
via de vier montagegaten om direct op 4 inch-elektriciteitsdozen of enkelvoudige
schakeldozen (voor VS) te monteren
FAA- - 500/FCA-500
∅ max.:
6- - 12 mm
8,5 mm
F.01U.000.654
> PC--FR <
13,5 mm
∅
25 mm
40,5 mm
FAA- - 500- - SB-H
Bedieningshandleiding
Automatische melders, LSN improved version
Bosch Sicherheitssysteme GmbH