Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking Van De Led - Bosch FAP-O 520 Bedieningshandleiding

Automatische melders, lsn improved version
Verberg thumbnails Zie ook voor FAP-O 520:
Inhoudsopgave

Advertenties

8
nl | Productbeschrijving
De LED's (zie Configuratie van de melder, pagina 7 (3)) zenden licht in een gedefinieerde hoek
naar het meetgebied (zie Configuratie van de melder, pagina 7 (7)). In het geval van brand
wordt het licht verstrooid door de rookdeeltjes en valt het op de fotodioden (zie Configuratie
van de melder, pagina 7 (2)), die de lichthoeveelheid omzetten in een proportioneel elektrisch
signaal.
De effecten van daglicht en andere lichtbronnen worden weggefilterd met een optisch
daglichtfilter en door toepassing van elektronische filtering en fasesynchrone gelijkrichting
(stabiliteit van omgevingslicht: verblindingstest EN 54-7).
De verschillende licht- en fotodiodes van de melder worden individueel geactiveerd. Hierdoor
worden van elkaar onafhankelijke signaalcombinaties geproduceerd die bij uitstek geschikt
zijn voor de detectie van rook en waarmee rook en storingsobjecten (insecten, voorwerpen)
van elkaar kunnen worden onderscheiden. Bovendien worden het tijdsverloop en de correlatie
van de optische sensorsignalen voor de brand- of storingsdetectie geanalyseerd.
Tevens is het door de controle van de verschillende signalen mogelijk fouten in de evaluatie-
elektronica en de LED's te herkennen.
Chemische sensor (CO-gassensor)
De gassensor (zie Configuratie van de melder, pagina 7 (4), alleen FAP‑OC 520(-P)) detecteert
hoofdzakelijk de koolmonoxide (CO) die bij een brand ontstaat, maar ook waterstof (H) en
stikstofmonoxide (NO).
Het uitgangspunt voor een meting is CO-oxidatie op een elektrode en de meetbare stroom die
daardoor wordt opgewekt. De sterkte van het sensorsignaal is evenredig aan de concentratie
van het gas. De gassensor levert aanvullende informatie om storingsvariabelen betrouwbaar te
onderdrukken.
De CO-sensor wordt bewaakt door supervisie van de interne capaciteit. Als de capaciteit
buiten het toegestane bereik ligt, verschijnt er een storingssignaal op de brandmeldcentrale.
In dat geval blijft de melder alleen als een enkelvoudige rookmelder werken.
Vervuilingssensor
De vervuilingsgraad op het melderoppervlak wordt continu gemeten en geanalyseerd door de
vervuilingssensor (zie Configuratie van de melder, pagina 7 (6)). Tijdens service kan de
vervuiling in drie stappen worden afgelezen (zie Onderhoud en service, pagina 24).
1.5

Werking van de LED

De tweekleurige LED van de melder geeft de status van de werking en het alarm aan.
Gedurende hun gehele levensduur bewaken de sensoren zichzelf en stellen ze de gevoeligheid
zelf in, conform de geprogrammeerde drempelwaarde. Als de melder ernstig is vervuild, wordt
een bericht verzonden naar de brandmeldcentrale.
In geval van een alarm knippert de LED rood. De melder wordt weer op stand-by gezet als het
alarm via de brandmeldcentrale wordt gereset en als de oorzaak van het alarm is verdwenen.
Werking van de LED
Status
Stand-by
Alarm
Storing
Testmodus
2019.11 | 4.0 | F.01U.025.877
LED
uit
rood, knippert
uit
groen, knippert iedere seconde eenmaal
Bedieningshandleiding
Automatische melders, LSN improved version
Bosch Sicherheitssysteme GmbH

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fap-o 520-pFap-oc 520Fap-oc 520-p

Inhoudsopgave