4. Inschakelgedrag
Telkens wanneer het sensorgedeelte op het voedingsgedeelte wordt gesto-
ken of telkens na uitschakeling van de spanning doorloopt de melder 3 fasen,
die door een LED worden weergegeven.
1. Opstartfase (30 sec)
●
LED knippert elke seconde, beide contacten gesloten (licht en aanwe-
zigheid AAN)
●
Bij afwezigheid openen beide contacten na 30 sec.
2. Servicefase (10 min.)
●
Het contact „Licht" reageert onvertraagd op lichtsterkte ter controle van
de lichtsterkteschakelwaarde.
●
Bij onvoldoende lichtsterkte wordt het licht ingeschakeld (LED AAN), bij
voldoende lichtsterke wordt het licht uitgeschakeld (LED UIT).
●
Het licht wordt tijdens de servicefase volautomatisch in- en uitgescha-
keld (geen halfautomatische bediening).
●
Door een druk op de knop wordt de servicefase vroegtijdig beëindigd.
3. Gebruik
●
De melder is klaar voor gebruik (LED UIT).
110