U hebt gekozen voor een apparaat van de firma Theben HTS. Wij danken u voor uw vertrouwen. 1. Veiligheid GEVAAR! Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen alleen door elektro- monteurs of door geïnstrueerde personen onder leiding en toezicht van een elektromonteur volgens de elektrotechnische regels worden uitgevoerd! Let op de landspecifieke veiligheidsvoorschriften voor werkzaamheden aan elektrische installaties! Maak de elektrotechnische installatie vóór de...
2. Werking en kenmerken compact office wordt bij voorkeur in kleine kantoren, maar ook in privéruimtes gebruikt. Het registreert aanwezige personen en meet tegelijkertijd de licht- sterkte voor een gerichte regeling van de verlichting en WTB installaties. Het schakelcontact A «Licht» schakelt de verlichting bij aanwezigheid en bij onvoldoende lichtsterkte in, bij afwezigheid of voldoende lichtsterkte uit.
. Plaatsing / montage De ideale montagehoogte is 2,0 - 3,0m. Hoe hoger de montagehoogte des te minder de gevoeligheid van de mel- der. Om personen probleemloos te registreren, heeft de compact office vrij zicht op de personen nodig. Kantoormeubilair, mobiele scheidingswanden, planten, verlaagd aangebrachte lampen etc. kunnen de aanwezigheidsregis- tratie nadelig beïnvloeden (schaduwwerking).
.1 Lichtmeting De melder meet kunstlicht en daglicht dat direct onder de melder wordt re- flecteerd (openingshoek ± 30°). De montageplaats wordt gebruikt als referentie van het verlichtingsniveau. Bij indirecte verlichting mag het kunstlicht licht op de montageplaats van de melder 2000 Lux niet overschrijden (bij een lichtsterkteschakelwaarde > 200 Lux).
4. Inbedrijfstelling De melders worden met een basisinstelling vanaf fabriek gebruiksklaar ge- leverd. De vooraf ingestelde gegevens zijn richtwaarden. Voor de inbedrijf- stelling is optioneel de serviceafstandsbediening QuickSet plus verkrijgbaar. Daarmee kunnen alle variabelen op afstand worden ingesteld. 4.1 Instellingen schakelcontact „Licht“ A Stelschroef Lichtsterkteschakelwaarde „LUX“ Schaalverdeling ●...
Pagina 8
Nalooptijd ● Doorgangszones ca. 5 min. ● Werkruimtes ca. 10 min. ● Bij instellingen tussen 2 - 15 min. varieert de nalooptijd zelflerend in dit bereik. Instelwaarden <2 min. of >15 min. blijven ongewijzigd. ● «Impuls» : aansturing trappenhuis - automaat (0,5 s „on“ / 10 s „off“) DIP-Switch: ...
Pagina 9
4.2 Instellingen schakeluitgang „aanwezigheid“ B Nalooptijd aanwezigheid ● De ingestelde waarden blijven ongewijzigd (geen zelflerend effect). Inschakelvertraging aanwezigheid ● Het contact sluit bij aanwezigheid pas na afloop van de ingestelde inschakelvertraging. ● 0 = contact sluit direct bij aanwezigheid. ● Ruimtebewaking: contact sluit pas bij duidelijke bewegingen (hoge vals-alarmzekerheid).
4. Inschakelgedrag Telkens wanneer het sensorgedeelte op het voedingsgedeelte wordt gesto- ken of telkens na uitschakeling van de spanning doorloopt de melder 3 fasen, die door een LED worden weergegeven. 1. Opstartfase (30 sec) ● LED knippert elke seconde, beide contacten gesloten (licht en aanwe- zigheid AAN) ●...
. Overige schakelvoorbeelden .1 Parallelschakeling Master-Slave Meerdere melders schakelen één lichtgroep ● Alleen de Master schakelt de verlichting. Alle overige melders zijn Slaves ● Aanwezigheidsregistratie door alle melders samen ● Lichtmeting alleen bij de Master ● Stelschroef en DIP-switch alleen bij de Master instellen ● Parallelschakeling van max. 10 melders ●...
.2 Parallelschakeling Master-Master Meerdere Masters schakelen meerdere lichtgroepen ● Per lichtgroep één Master met individuele lichtsterktemeting. ● Aanwezigheidsregistratie door alle melders samen ● Stelschroef en DIP-switch bij elke Master individueel instellen ● Parallelschakeling van max. 10 melders ● Dezelfde fase voor alle melders gebruiken ●...
. Parallelschakeling op externe trappenhuisautomaten ● Schakelcontacten Licht van meerdere melders direct parallel schakelen ● Nalooptijd Licht bij alle compact compact ELPA 1 power power Master Master melders op Puls zetten out in ● Alle voedingsgedeelten als Master markeren ● Trappenhuisautomaat bijvoorbeeld Theben ELPA 1 .4 Melder als trappenhuisautomaat ●...
6. Testmodus („test“) De testmodus dient ter controle van de aanwezigheidsregis- tratie en de bedrading (parallelschakeling Master-Slave). 6.1 Instelling van de testmodus met DIP-Switch ● DIP-Switch in de stand «Test» zetten (bij parallelschakeling bij alle melders) 1. Opstartfase (30 sec) ● Gedurende 30 sec. is het contact gesloten (LED 20 s «on», 10 s «off» ) 2.
0° - 50°C Omgevingstemperatuur Beschermklasse IP 40 Artikelnummers compact office 201 0 000 Opbouwframe compact 907 0 514 Serviceafstandsbediening QuickSet plus 907 0 532 Gebruikersafstandsbediening clic 907 0 515 *) Toepassing van T5-FL: Bij vergelijkbaar vermogen van de T5-FL kan hetzelfde aantal elektronische voorschakelapparaten (EVA's) als bij de T8-FL op het schakelcontact van de melder worden aangesloten.
8. Garantieverklaring Theben HTS aanwezigheidsmelders zijn met de grootste zorgvuldigheid en met de mo- dernste technologieën geproduceerd en hebben een kwaliteitstest doorstaan. Theben HTS garandeert daarom de goede werking bij deskundig gebruik. Als er desondanks gebreken ontstaan, geeft Theben HTS garantie volgens de algemene voorwaarden: Let er met name op ●...
. Verhelpen van storingen Storing Oorzaak Luxwaarde te laag ingesteld; melder op halfauto- Licht wordt niet ingescha- matisch ingesteld; licht werd handmatig met de keld resp. licht wordt drukknop of met clic uitgeschakeld; geen persoon in uitgeschakeld bij aanwezig- het registratiebereik; obstakel(s) storen de registratie; heid en duisternis nalooptijd te kort ingesteld Luxwaarde te hoog ingesteld;...