Bediening
Houtverwarming – gebruiken tot laatste vlammen
De COLONA lite heeft een gesloten brandkamerbodem, een zijdelingse vuurkamerbekleding uit
vermiculiet en een omleiding. De brandstof wordt op de gesloten brandkamerbodem uit hoogwaardige
chamottemateriaal in het as- resp. gloeibed verbrand.
De invoer van de brandstof gebeurt via de vuurdeur.
Bij de gebruikspositie nominaal warmtevermogen wordt de verbrandingslucht van de brandstof via de deur
als primaire zijlucht en secundaire lucht aangevoerd.
Daarbij wordt een deel van de verbrandingslucht via de luchtkanalen voor het kijkvenster geleid. Daardoor
blijft het heldere zicht op de brandkamer zo lang mogelijk behouden.
In de brandkamer met chamottebekleding worden de resterende brandbare gassen zuiver verbrand.
De ontstane verwarmingsgassen worden naar de opslagelementen uit chamotte bovenin de brandkamer
geleid en geven daar hun resterende warmte-energie zeer efficiënt af. Hierdoor wordt een hoog rendement
bereikt.
De verbranding, arm aan schadelijke stoffen, gebeurt in een hoofd- en naverbrandingszone. De brandstof
en de brandgassen doorlopen daarbij 3 fysisch-chemische fasen of trappen, die in de COLONA lite speciaal
voor de brandstof hout en bruinkool werden geoptimaliseerd.
Daartoe wordt de nodige verbrandingslucht verdeeld en in de juiste mate naar de brandstof gevoerd –
precies op de juiste plaatsen, telkens in de juiste hoeveelheid en aan de juiste snelheid en bij voldoende
hoge temperaturen.
Stap 1 – hoofdverbranding en ontgassing:
De verbrandingslucht wordt via de luchtklep in het apparaat in de luchtvoorverwarmingskamer onder de
brandkamerbodem gestuurd. Via voorverwarmingskanalen stroomt de verbrandingslucht naar spuitmonden
en openingen en zo geraakt de lucht op precies vastgelegde plaatsen optimaal vermengd met het
verbrandingsgas.
Door de zo in de brandkamer geleide verbrandingslucht is er een constant stabiele ontgassing.
53