Bij meervoudige configuratie moet de gasafvoerbuis (verbindingsstuk) van de kachel op vaste
brandstof over een loodrecht aanvoerkanaal van ten minste 1 m beschikken alvorens het rookgas naar
de schoorsteen wordt gevoerd – bij een gemengde configuratie met kachels op vloeibare brandstof is
een overeenkomstig aanvoerkanaal absoluut noodzakelijk.
Er mag geen valse trek in de schoorsteen toestromen. Buisverbindingen, reinigingsopeningen
en schoorsteenaansluitingen moeten voldoende en permanent dicht worden gemaakt, alle
reinigingsopeningen in de gasafvoerbuizen en in de schoorsteen moeten goed functioneel en afgedicht
zijn!
De vereiste of voorgeschreven afstanden tussen de gasafvoerbuis en brandbare bouwmaterialen
moeten in acht worden genomen.
De aansluiting op de schoorsteen moet gebeuren op dezelfde verdieping als waarop de kachel
is opgesteld. De gasafvoerbuis mag niet op andere verdiepingen of in andere wooneenheden/
nutseenheden worden geleid. Afvoerbuizen (verbindingsstukken) mogen niet door plafonds worden
geleid.
Gasafvoerbuizen (verbindingsstukken) mogen niet in plafonds, muren of ontoegankelijke holten
worden geplaatst.
Voor de vereisten voor de schoorsteen, zie ook "2.3 Vereisten voor de schoorsteen" op pagina 13.
Opstelling en eerste ingebruikneming
45