4 Onderhoud
Het onderhoud moet uitgevoerd worden met volledige inachtne-
ming van de veiligheidsvoorschriften van deze handleiding en
volgens de vigerende wettelijke voorschriften en regelgeving.
De inrichtingen voor de automatisering WK2 vereisen geen bijzonder
onderhoud. Controleer regelmatig, ten minste om de zes maanden, de
goede werking van alle inrichtingen. Voer hiertoe alle in hoofdstuk 3.7.1
4.1 Sloop en afvalverwerking
WK2 bestaat uit verschillende soorten materiaal, enkele daarvan kunnen
gerecycled worden (aliminium, plastic, elektrische kabels, voor andere is
afvalverwerking vereist (kaarten met elektronische elementen).
LET OP: sommige elektronische componenten kunnen vervuilen-
de stoffen bevatten. Werp ze niet in het milieu. Stel u op de hoog-
te van de recyclingsystemen of afvalverwerking van WK2 met
inachtneming van de vigerende plaatselijke voorschriften.
1 Wend u tot een gekwalificeerde elektricient om de aansluiting van de
automatisering op het elektriciteitsnet te verwijderen.
2 Demonteer alle inrichtingen en toebehoren in omgekeerde volgorde als
beschreven in hoofdstuk 3 "Installatie".
18 Voorschriften WK2
"Test" voorgeschreven proeven en controles uit evenals de aanwijzingen
van hoofdstuk 7.3.3 "Aan de gebruiker toegestane onderhoudsingre-
pen".
Volg de aanwijzingen van het desbetreffende onderhoudsplan voor even-
tuele andere inrichtingen.
3 Verwijder de batterijen van de radiozenders.
4 Verwijder de elektronische kaarten.
5 Sorteer de diversche elektrische en recycleerbare materialen en geef
deze aan bedrijven die zich bezighouden met het hergebruik en de afval-
verwerking daarvan.
6 Werp de resterende structuren weg via de daarvoor bestemde afval-
verzamelcentra.