8 Gebruik afbeelding 46 als referentie om de laagspanning elektrische
verbinding van de diverse inrichtingen met de klemmen van de bestu-
ringseenheid CL2 tot stand te brengen.
• De klemmen hebben dezelfde kleuren als de overeenkomende inrich-
tingen. De grijze klem (OPEN) van de schakelaar KS1 bijvoorbeeld moet
verbonden worden met de grijze klem (OPEN) van de besturingseenheid.
• In bijna alle verbindingen hoeft geen polariteit in acht genomen te wor-
den. Alleen bij de afgeschermde antennekabel moeten de middenkern
en het scherm verbonden worden zoals aangegeven in detail [B], terwijl
de motorkabel verbonden moet worden als in [A].
WK1
M2
Om de handelingen te vergemakkelijken kunnen de klemmen [B] verwij-
derd worden, zoals te zien is in afbeelding 47, de verbindingen tot stand
gebracht en de klemmen opnieuw aangebracht worden.
Gebruik klembandjes aan het einde van de verbindingen om de kabels
met de speciale bevestigingen [C] vast te zetten
C
14 Voorschriften WK2
FL1
B
Afbeelding 47
• Bedenk dat om te voorkomen dat de twee hekdeuren vastlopen de
besturingseenheid bij openen eerst de motor M1 en daarna M2 bestuurt
(bij het sluiten gebeurt het tegendeel). Verzeker u er dan van dat met
klem M1 (het meest naar buiten) de motor verbonden is die de op de
mechanische stop rustende hekdeur in werking stelt en op klem M2 de
bovenste deur.
• Indien één enkele motor gebruikt wordt (hek met alleen één hekdeur)
moet u die met klem M2 verbionden en klem M1 vrijlaten
PH1
PH1
geel-groen
WK1
M1
Afbeelding 46
9 Om de besturingseenheid te sluiten moet u het deksel ongeveer 3 cm
hoger dan de eindstand op de bodem rusten en naar beneden duwen
totdat hij goed vastzit.
KS1
A
bruine
bruine
geel-groen
blauwe
blauwe
Afbeelding 48
B