HOOFDSTUK 5 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST
5.4
BANDEN EN WIELEN
Slijtage en beschadiging van banden
Controleer de banden regelmatig op slijtage en beschadiging.
Banden met een versleten rand of een vervormd profiel moeten
worden vervangen. Banden met een duidelijke beschadiging
van het loopvlak of de wang moeten eerst worden beoordeeld
voordat de machine in gebruik mag worden genomen.
Vervanging van wielen en banden
Vervangingswielen moeten dezelfde diameter en hetzelfde
profiel hebben als de originele wielen. Vervangingsbanden
moeten dezelfde maat en belastbaarheid hebben als de te
vervangen band.
Wielmontage
Het is van het grootste belang dat de wielen met het juiste
aanhaalmoment worden vastgezet en vast blijven zitten.
WAARSCHUWING
WIELMOEREN MOETEN WORDEN VASTGEZET MET HET JUISTE AANHAALMO-
MENT EN DIT MOET GEHANDHAAFD BLIJVEN OM LOSZITTENDE WIELEN,
GEBROKEN TAPEINDEN EN MOGELIJK ZELFS VAN DE AS LOSKOMENDE WIE-
LEN TE VOORKOMEN. ZORG ERVOOR DAT U UITSLUITEND MOEREN GEBRUIKT
DIE PASSEN BIJ DE CONUSHOEK VAN HET WIEL.
5-18
Zet de wielmoeren vast met het juiste aanhaalmoment om te
voorkomen dat er wielen kunnen loskomen. Gebruik een
momentsleutel voor het aanhalen van het bevestigingsmate-
riaal. Indien u geen momentsleutel hebt, zet dan het bevesti-
gingsmateriaal vast met een wielmoersleutel en laat
onmiddellijk in een werkplaats of bij de dealer de wielmoeren
vastzetten met het juiste aanhaalmoment. Door te vast aan-
halen kunnen de tapeinden breken of de montagegaten in de
wielen permanent vervormd raken. De juiste procedure voor
het monteren van de wielen is als volgt:
1. Draai alle moeren eerst met de hand aan zodat deze niet
scheef komen te zitten. Breng GEEN smeermiddel aan
op draadgangen of moeren.
2. Haal de moeren in onderstaande volgorde aan.
– JLG Hoogwerker –
3123692