HOOFDSTUK 4 - NOODPROCEDURES
4.2
BEDIENING IN NOODGEVALLEN
Gebruik van grondbedieningsstation
OPMERKING
WICHTIG
WEET HOE U IN GEVAL VAN NOOD HET GRONDBEDIENINGSSTATION MOET
GEBRUIKEN.
Het grondpersoneel moet de bedieningskenmerken van de
machine en de functies van het grondbedieningsstation gron-
dig kennen. Bediening van de machine, doorlezen en begrijpen
van dit hoofdstuk en praktische bediening van de schakelaars in
gesimuleerde noodsituaties moeten deel uitmaken van de trai-
ning.
4-2
Gebruiker kan machine niet bedienen
1. Bedien de machine vanaf het grondbedieningsstation
ALLEEN met behulp van andere personen en uitrus-
ting (hijskranen, takels enz.) die nodig zijn om het
gevaar of de noodsituatie veilig te verhelpen.
2. Kunnen andere bevoegde personen op het platform
het platformbedieningsstation gebruiken. GA NIET
VERDER MET HET WERK ALS DE BEDIENING NIET NOR-
MAAL FUNCTIONEERT.
3. Hijskranen, vorkheftrucks of andere beschikbare uit-
rusting moeten worden gebruikt om personen van
het platform te halen en de beweging van de machine
te stabiliseren als de machinebediening onvoldoende
of niet functioneert.
– JLG Hoogwerker –
3123692