HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN, CONTROLELAMPJES EN BEDIENING VAN DE MACHINE
3.7
GRONDBEDIENINGSSTATION
Bedieningselementen en indicators
WAARSCHUWING
BEDIEN DE MACHINE NIET VANAF HET GRONDBEDIENINGSSTATION TERWIJL
ER PERSONEN OP HET PLATFORM ZIJN, BEHALVE IN NOODGEVALLEN.
VOER VÓÓR HET WERK ZO VEEL MOGELIJK CONTROLES EN INSPECTIES VANAF
HET GRONDBEDIENINGSSTATION UIT.
OPMERKING: Wanneer de machine wordt uitgeschakeld om deze
's avonds te parkeren of om de accu's op te laden,
moeten de noodstop- en bedieningskeuzeschake-
laars op UIT staan om leeglopen van de accu's te
voorkomen.
1. Keuzeschakelaar platform-/grondbediening
Een bedieningskeuzeschakelaar met sleutel en drie
standen levert naar keuze voeding aan het platform-
of grondbedieningsstation. Wanneer de schakelaar op
Platform staat, levert deze voeding aan de noodstop-
schakelaar op het platformbedieningsstation. Wan-
neer de schakelaar op Grond staat, levert deze
voeding aan het grondbedieningsstation. De nood-
stopschakelaar op het grondbedieningsstation levert
voeding aan de sleutelschakelaar. Wanneer de bedie-
ningskeuzeschakelaar in de middelste stand (uit) staat,
is de voeding naar zowel het platform- als het grond-
bedieningsstation uitgeschakeld.
3-8
1. Keuzeschakelaar Platform/Uit/Grond
2. Schakelaar Platform heffen/neerlaten
3. Noodstopschakelaar
4. Indicator overbelasting (indien
aanwezig).
Figuur 3-3. Paneel grondbedieningsstation
– JLG Hoogwerker –
5. Zekering noodstopschake-
laar van 10 A
6. Urenteller
7. Laadstatus-LED's van accu
3123692