Opstellen en eerste ingebruikname
3.13 Verbindingsstuk en aansluiting op de schoorsteen
De gasafvoerbuis (verbindingsstuk) moet veilig op de rookgasaansluiting worden bevestigd. De
dwarsdoorsnede zou in de buis zo mogelijk niet verkleind mogen worden.
De gasafvoerbuis (verbindingsstuk) mag niet met een helling ten opzichte van de schoorsteen worden
aangelegd.
De gasafvoerbuis (verbindingsstuk) mag niet in de vrije doorsnede van de schoorsteen komen.
De aansluiting op de schoorsteen moet met een geschikt aansluitstuk gebeuren. Afhankelijk van de
bouwwijze of de vergunning van de schoorsteen kunnen dit bijv. overeenkomstige vormstukken in
aardewerk of wandvoeringen (bijv. dubbelewandvoeringen) zijn.
De afvoerleiding moet roetbrandbestendig en geschikt zijn voor rookgassen van kachels op vaste
brandstof (overeenkomstige corrosieweerstandsklasse), bijv. stalen buis met min. 2 mm dikke wand.
Bij meervoudig gebruik van de schoorsteen moet de verticale minimumafstand tussen twee schoors-
teenaansluitingen ten minste 60 cm bedragen, resp. ten minste 30 cm wanneer de aansluitingen
telkens met 90° verspringend worden voorzien of alle aansluitingen onder 45° op de schoorsteen
worden aangesloten.
Bij meervoudige configuratie moeten alle kachels, die op dezelfde schoorsteen worden aangesloten,
geschikt zijn voor een meervoudige configuratie.
Bij meervoudige configuratie mag de afstand tussen de aansluitingen max. 6,5 m bedragen.
Bij meervoudige configuratie moet de gasafvoerbuis (verbindingsstuk) van de kachel op vaste
brandstof over een loodrecht aanvoerkanaal van ten minste 1 m beschikken alvorens het rookgas naar
de schoorsteen wordt gevoerd - bij een gemengde configuratie met kachels op vloeibare brandstof is
een overeenkomstig aanvoerkanaal absoluut noodzakelijk.
Er mag geen valse trek in de schoorsteen toestromen. Buisverbindingen, reinigingsopeningen en
schoorsteenaansluitingen moeten voldoende en permanent worden dichtgemaakt, alle reinigingsope-
ningen in de gasafvoerbuizen en in de schoorsteen moeten goed functioneel en afgedicht zijn!
De vereiste of voorgeschreven afstanden tussen de gasafvoerbuis en brandbare bouwmaterialen
moeten in acht worden genomen.
De aansluiting op de schoorsteen moet gebeuren op dezelfde verdieping als deze waar de kachel
is opgesteld. De gasafvoerbuis mag niet op andere verdiepingen of in andere wooneenheden
nutseenheden worden geleid. Afvoerbuizen (verbindingsstukken) mogen niet door plafonds worden
geleid.
Gasafvoerbuizen (verbindingsstukken) mogen niet in plafonds, muren of ontoegankelijke holten
worden geplaatst.
Voor meer richtlijnen over de schoorsteen zie „2.3 Vereisten voor de schoorsteen" op pagina 12.
36